|
|
Op 21 maart mochten wij van Hatsuo Andô uit Abashiri, Hokkaido, onderstaande brief en de hierboven geplaatste foto ontvangen.
Hij liet daarbij weten ermee akkoord te gaan indien wij dit op Trankiel
plaatsen. |
|
|
Beste Gerard Winkel en Mayumi Ura,
Hartelijk dank voor het door jullie betoonde medeleven. Mijn echtgenote
komt uit Ishinomaki in prefectuur Miyagi, een van de plaatsen die door
de aardbeving en de daarop volgende tsunami het hevigst zijn getroffen.
Gelukkig behoren er geen familieleden of bekenden van ons tot degenen die
het leven lieten, dan wel zij die tot nu toe als vermist geregistreerd
staan. Maar velen hebben wel door de tsunami hun huizen en auto's verloren.
Onze drieëntachtigjarige tante uit Ishinomaki heeft na een cerebraal infarct
problemen met één van haar benen gekregen en we maakten ons derhalve in
het bijzonder zorgen om haar. Echter we konden geen contact met de familie
krijgen. Het was pas in de ochtend van 20 maart, tien dagen na de aardbeving,
dat ze in het huis van onze ouders weer over stroom konden beschikken en
we onze familie ook eindelijk via onze mobiele telefoon te spreken konden
krijgen.
De tsunami vond plaats 30 minuten nadat de aardbeving had plaatsgevonden
en aangezien de weg te verstopt was om er langs te kunnen rennen, begaven
ze zich naar de eerste verdieping van het huis en slaagden er vervolgens
in om over de daken te vluchten. Een afstand van zo ongeveer een honderd
meter. Echter terwijl ze renden voor hun leven, zagen ze rondom de huizen
door de kracht van het water instorten. Tante haar zoon had zijn moeder
met een touw aan hemzelf bevestigd en mede dankzij de hulp van iemand anders
wisten ze nauwelijks aan de dood te ontkomen.
Het was de hel op aarde. Zo waren ze er getuige van hoe iemand die in zijn
auto zat door het woest kolkende water werd meegesleurd en hoe zij die
er helaas onmogelijk aan konden ontsnappen door datzelfde water werden
verzwolgen ... Het waren verschrikkelijke beelden!
Aangezien het huis van onze ouders zich op een iets hoger gelegen plaats
( een tien meter boven zeeniveau ) bevindt, liep het gelukkig niet veel
schade op. En omdat zij landbouwers zijn, kunnen ze gebruikmaken van de
opgeslagen rijstvoorraad. Op een achter het huis gelegen berg hebben zij
een ‘goemonburo’, oud model badkuip die van onderen door vuur wordt verwarmd,
die nog intact was en dus door hen kan worden gebruikt. Ook is er op de
helling verbouwde groente. Zowel de vijf leden van tante haar familie als
ook vier leden van de familie van onze vijfenzeventigjarige oom, van wie
het huis lager is gelegen en daarom veel schade ondervond van het water,
vonden er hun toevluchtsoord.
En dus is het een grote uit zestien personen bestaande familie geworden.
Dit houdt nogal het een en ander in, alleen al wanneer men zich bedenkt
dat er iedere dag drie maaltijden worden bereid ( In Japan is men gewend om drie keer daags warm te eten ). Maar aangezien ze een voor een zelfs niet echt gewond zijn geraakt,
zijn ze blij om te kunnen zeggen dat ze nog in leven zijn.
Veel van de hier aanwezige fabrieken bevonden zich aan de kust en dus zitten
nu zeer veel mensen zonder werk. Verder ligt de stad zelf nog geheel in
puin en heeft men geen idee hoeveel tijd het zal kosten om het weer op
te bouwen.
Maar wanneer ik zelf naar de televisiebeelden kijk en steeds zie hoe mensen
overleven door elkaar te helpen, ben ik ervan overtuigd dat er spoedig
met de wederopbouw zal worden begonnen door de mensen van Honshu. Mensen
die alom bekend staan door hun spreekwoordelijk warm hart.
Vanaf Hokkaido, waar wij zelf woonachtig zijn, kunnen nog geen pakketten
worden opgestuurd en omdat benzine op rantsoen is gesteld, maximaal twintig
liter per persoon, kunnen we het ook niet zelf gaan brengen. Voor het laatste
is de afstand eenvoudigweg veel te groot om het met zo weinig benzine in
de tank af te kunnen leggen. Wel heb ik gehoord dat we vanaf morgen weer
geld kunnen overmaken. Maar eveneens was er het nieuws dat het verzenden
vanaf het huisadres vertraging zal oplopen, omdat prioriteit wordt gegeven
aan transporten met noodlenigende goederen naar het rampgebied.
Een zus van mijn vrouw is werkzaam in het ziekenhuis en in haar huis stond
het modderige water ongeveer een meter hoog, waardoor haar gehele huishouding
en kleding schade heeft opgelopen. Nu eet en slaapt ze daar in het ziekenhuis
dat vol ligt met gewonde mensen en waar ook meer en meer stoffelijke overschotten
binnen worden gebracht. Het ziekenhuis beschikt echter niet over een lijkenhuis
en dus worden de lichamen dan ook enige dagen na binnenkomst afgevoerd.
Al met al een tragische situatie en ik ben derhalve zeer dankbaar voor de acties zoals die ook in het buitenland door mensen worden ondernomen om het leed te verzachten.
Nog altijd zijn er problemen met de kerncentrale en ik kan slechts hopen dat dit de goede richting uit zal gaan.
Een deel van de catastrofe is misschien wel toe te schrijven aan hoe wij
als mens van deze moderne maatschappij afhankelijk zijn geworden. Het maakt
ons kwetsbaar. We zouden hier dan ook zeker een les uit moeten trekken,
namelijk dat we veel beter met de natuur moeten omgaan en nog veel meer
moeten denken aan het beschermen van het milieu.
Nu ik dit schrijf, moet ik terugdenken aan de mooie tijd die ik 39 jaar
geleden mocht doorbrengen in jullie provincie Groningen. Ik liep destijds
gedurende een jaar stage op een melkveebedrijf in Aduard. Nog altijd herinner
ik me de paar woorden die de boer iedere ochtend tot me sprak: 'Alles goed
met je vandaag, Ando?' Het was een heel zorgzame en warme familie.
De harten van mensen, ze zijn overal in de wereld hetzelfde. In ieder land.
Dat stemt ons blij!
Hoe is het nu in Groningen? Is de sneeuw verdwenen en staan koeien en schapen weer in de wei? En bloeien de paardenbloemen op de velden, of is het daar nog te vroeg voor?
Denk goed om jullie zelf en nogmaals dank voor de sympathieke mail.
Hatsuo Andô
|
|
© 2011 Trankiel
|
|
|
|