|
LOODSKOTTER EEMS NO. I. LAAT HISTORIE HERLEVEN
Vlaggenschip mocht reeds vele passagiers aan boord verwelkomen
|
Het was in de negentiger jaren van de vorige eeuw dat bij een aantal mensen
in de gemeente Delfzijl het idee ontstond om middels een replica van een
oud schip de maritieme historie van de havenstad te doen herleven. Men
was daarbij van mening dat de loodskotter, zoals die in de 19e eeuw dienst
deed op de Eems, ongetwijfeld nog wel het meest in aanmerking zou komen
voor dit beoogde doel.
Vanuit de gedachte om dit te realiseren via een werkgelegenheidsproject
zochten de initiatiefnemers contact met de Stichting Mens & Werk die
het plan omarmde. Mede daardoor kon op 22 april 1997 de Stichting Loodskotter
Eems worden opgericht. Feitelijk stond op dat moment niets meer de bouw
in de weg van wat over een aantal jaren Delfzijl haar vlaggenschip moest
gaan worden
|
Oude loodshaven Delfzijl met loodskotters
Collectie Geertsema, druk Van Denderen ter gelegenheid van het 50-jarig
jubileum
|
Langs de Nederlandse kust strekt zich een brede gordel van zandbanken uit
die soms een belemmering en mogelijk zelfs een gevaar kunnen vormen voor
de scheepvaart naar en van de Nederlandse havens. In vroegere tijden riepen
kapiteins vaak de hulp in van plaatselijke visserlui om hun schepen de
weg te wijzen door de zich steeds maar verplaatsende vaarroutes. Ondanks
die assistentie gebeurden er echter nog zoveel ongelukken en traden nog
altijd zoveel vertragingen op, dat handel en nijverheid begonnen aan te
dringen op een goed georganiseerde loodsdienst onder toezicht van zowel
regionale als ook lokale autoriteiten.
Rond 1850 werden deze lokale loodsdiensten omgevormd tot een nationale
dienst die werd ondergebracht bij de Koninklijke Marine.
De eerste loodsvaartuigen die in de zeegaten van de Eems dienst deden, waren rinkelaars. Deze platbodems bleken echter weinig geschikt voor loodsdiensten. Zij werden al snel vervangen door hetzelfde soort vaartuigen dat ook reeds op andere locaties met succes door het loodswezen was ingezet: de Loodskotter. De eerste kotters hadden nog een lengte van slechts zestien meter, maar later zouden er versies met een maximale lengte van twintig meter worden gebouwd. Het waren efficiënte, manoeuvreerbare schepen met goede zeileigenschappen, die waren voorzien van een rechte steven, twee masten, een stagfok en een kluiver.
Op de kleinste types van deze kotter leek de bezaanmast enigszins vreemd neergezet: de bezaan, of dandy, was hoofdzakelijk bedoeld als hulp bij het manoeuvreren. |
|
Benedendeks bevond zich het bemanningsverblijf waarin ook de loodsen verbleven.
De loodsschipper had echter zijn eigen verblijf in het achterschip.
Rond de eeuwwisseling kende Delfzijl een vijftal van deze schepen. Zo was
er een inspectiekotter, die slechts werd gebruikt door het hoofd van de
dienst die de kolonel werd genoemd. Dat laatste vond zijn oorzaak in het
feit dat de loodsdienst van toen nog altijd rechtstreeks onder de marine
ressorteerde. Deze kotter werd ook wel eens gebruikt voor het loden van
het vaarwater. Het een en ander bracht met zich mee dat het schip van deze
"kolonel" ook wel eens in andere havens afmeerde. Zo kon je het
op een mooie dag in de haven van Zoutkamp aantreffen.
Verder was er nog de afhaalkotter waarmee het aantal loodsen aan boord
van de loodskotters op peil werd gehouden. Iets dat samenviel met het aantal
schepen van en naar Delfzijl. Vanzelfsprekend kon dat nogal aan elkaar
verschillen.
De dienst kon beschikken over drie loodskotters. Een daarvan lag binnen
en de andere twee vervulden hun veertien dagen durende dienst op respectievelijk
kruispost Wester– en Oostereems. Na een week voer de binnenliggende kotter
dan ter aflossing uit naar kruispost Westereems. Het daar liggend schip
voer vervolgens door naar de Oostereems, waar de bemanning er dan een tweeweekse
dienst op had zitten en koers zette naar de thuishaven.
Een aanzienlijk deel van de plaatselijke samenleving had directe contacten
met deze schepen en met de dienst, hetzij als loodsschipper, loods, bemanningslid
en walmedewerker of als vuurtorenwachter. Maar ook in indirecte zin was
er sprake van betrokkenheid: als proviandeur, scheepstuiger of werfbaas.
De rijksschepen werden op de plaatselijke werven van Sijdzes en Pik gedokt.
Ongelukken die inherent waren aan de altijd zozeer van de elementen afhankelijke
zeilende zeevaart troffen ook de in Delfzijl gestationeerde loodsdienst
en kerfden littekens in de hechte, zo op de zeevaart gerichte leefgemeenschap
in het kleine havenstadje. Het loodsenmonument op de zeedijk getuigt van
de scheepsrampen die zich in de zeilperiode van het loodswezen in Delfzijl
hebben voorgedaan.
Door bewust te kiezen voor een replica van een loodskotter heeft de organisatie
dan ook zeer zeker een extra dimensie aan de maritieme geschiedenis van
Delfzijl toegevoegd.
Ook heeft men door middel van dit project een alleszins noemenswaardige
bijdrage weten te leveren op het gebied van werkgelegenheid. Met name onder
half- en ongeschoolde jongeren telde de regio Delfzijl in de jaren negentig
een hoog werkloosheidspercentage. Door hun bij het Loodskotter Eems project
te betrekken, konden deze jongeren een unieke werkervaring en kennis opdoen,
waarmee ze hun kansen op de arbeidsmarkt hebben kunnen verbeteren. Voor
velen was daarbij een gestructureerd dagelijks werkschema en intensieve
begeleiding van cruciaal belang. Deze ploeg van werkloze jongeren werd
nog aangevuld met een aantal vrijwilligers.
Op de bouwplaats, een hiervoor beschikbare gestelde loods die eens aan
het Havenschap toebehoorde, waren twee bouwmeesters verantwoordelijk voor
alle technische en operationele aspecten van de bouw.
Het geheel werd gefinancierd met Europese subsidies en verder dankzij bijdragen
van de gemeente Delfzijl, Groningen Seaports, Koninklijke Wagenborg, Chemie
Park Delfzijl en Rabobank Delfzijl e.o. die zich had opgeworpen als hoofdsponsor.
Eveneens waren er nog een aantal grote en kleinere sponsors bij het project
betrokken en stond het een ieder vrij om voor een redelijk bedrag donateur
te worden van de Stichting Loodskotter Eems.
|
Bouw replica loodskotter Eems in de haven van Delfzijl
Pitt Fotografie / Druk Van Denderen
|
In 2004 kwam er een einde aan het werk- en leerproject van de Stichting Mens & Werk en kon men met gepaste trots het resultaat van die schier ontelbare uren aan werk aanschouwen. Wat ze zagen kon een ieder slechts met trots vervullen. De haven van Delfzijl had haar boegbeeld: Loodskotter Eems No. 1. Geen wonder dan ook dat de tewaterlating een uiterst feestelijke gebeurtenis werd.
|
Uitgegeven ter gelegenheid van de feestelijke tewaterlating |
Sinds die dag heeft het mooie schip al ontelbare reizen gemaakt in het
vaargebied dat zich van de oude vertrouwde Eems uitstrekt tot aan de Scandinavische
en de Engelse kust.
De lengte van het schip bedraagt 18 meter en zij is 5,2 meter breed. De
diepgang bedraagt 2,5 meter en het zeiloppervlak 196 vierkante meter. Maar
ook zonder zeil te voeren weet de loodskotter de snelheid er in te houden.
Dit dankzij de aan boord geplaatste motor: een Cummins, 220pk/162kW.
De bemanning bestaat uit schipper Michel Sarolea en bootsman Jonas Knot.
Zij nemen maximaal 22 passagiers mee op hun tochten. Over waar die zoal
naar toe kunnen gaan, zeggen ze in de uitgegeven folder:
Voor elke tocht met de Loodskotter zijn uw ideeën en wensen het vertrekpunt.
Een relatiemarketingevent of een weekend met de familie naar Borkum?
U zegt het maar.
|
Ook geïnteresseerd geraakt in het maken van een tocht met de Loodskotter Eems No. I?
Voor boeking en informatie:
email : info@loodskotter.nl
telefonisch: : +31 (0)6-38 28 58 25
Zie ook : www.loodskotter.nl
Foto links en onder:
Afgemeerd in de thuishaven, in Delfzijl |
© 2010 Trankiel
|
|
|
|