|
|
OPERA CARMEN IN DELFZIJL
Dirigent David Levi: 'We beleven een geweldige tijd' |
Het komt zeer zeker niet alle dagen voor dat de gemeente Delfzijl een internationaal
gekend dirigent mag verwelkomen. Een man die in het afgelopen jaar in Japan
nog het Tokyo Philharmonic Orchestra leidde, regelmatig als gastdirigent
op de bok staat bij het Vienna Volksoper Orchestra en in Frankrijk het
Maîtrise des Hauts-de-Seine en Orchestre National d'Ile de France dirigeerde.
Wie de korte biografie van de in New York opgegroeide David Levi doorneemt,
is dan ook niet zozeer verwonderd dat hij ogenschijnlijk met en in zijn
muziek leeft.Maar daarnaast lijkt er meer te zijn.
Is hij bijvoorbeeld echt geïnteresseerd in de psyche van de mens en zo
ja, wat is dan het raakvlak met het dirigeren van koren en orkesten.
Wij prijzen ons dan ook bijzonder gelukkig dat David Levi, ondanks het
drukke repetitieschema, op deze zonnige zondag tijd heeft vrij willen maken
voor een kort interview dat plaatsvindt op de treden van het IVAK gebouw
aan de gracht.
U studeerde psychologie aan Harvard University. Was dat in feite wat u in eerste instantie ambieerde en kwam de muziek pas in een later stadium?
De vraag amuseert hem kennelijk en hij begint te vertellen. En alras blijkt
dat de man tegenover ons ook nog eens een geboren verteller is.
Hij neemt ons mee terug in de tijd. Naar het ouderlijk huis waar hij als
5-jarig kind reeds achter de vleugel zat en het al snel duidelijk begon
te worden dat er talent in het kereltje schuilde. Het was dan ook zeker
niet meer dan logisch dat op enig moment de beslissing viel om hem op 11-jarige
leeftijd naar de Preparatory Division van de Manhattan School of Music
in zijn woonplaats te sturen. Behalve dat de pianolessen werden gevolgd,
bekwaamde hij er zich ook in het bespelen van een ander instrument: de
hobo. En, het was eveneens hier dat David voor de allereerste keer daadwerkelijk
in aanraking kwam met de wereld van de opera. Hij werd opgenomen in het
Kinderkoor van Maurice Ravel zijn L'enfant et les sortilèges.
Er verschijnt een lach op zijn gezicht wanneer hij verhaalt hoe zij de
cijfers uit het rekenboek speelden en hij daarbij zelf de mooie ronde nul
kreeg toebedeeld: "Je kunt dus rustig zeggen dat ik werkelijk echt
vanaf nul ben begonnen."
Het zou niet bij dat ene optreden blijven. Zo stond hij enige jaren later
als tiener in een viertal opera's, waaronder Kodaly's Harry Janos.
Vervolgens bracht het leven hem naar Harvard University.
David: "Met de intentie om daar mijn kandidaats te halen in wat ik
zelf had benoemd als mijn liberale kunst programma. De keuze viel uiteindelijk op het vak psychologie, aangezien
dat mij nog het meest van alles aantrok. Laat ik er echter maar onmiddellijk
aan toevoegen dat de lessen niet uiterst serieus door mij werden gevolgd
, want eerlijk gezegd richtte mijn aandacht zich ook al in die Harvard
tijd veel meer op theater en muziek.
De vraag of die opgedane psychologische kennis mij op enigerlei wijze van
pas komt in mijn werk als dirigent, kan ik beantwoorden met een nee. Zij
het dat het zo af en toe misschien toch wel eens handig uitkomt. Zoals
dat trouwens op zal gaan voor elk ander persoon die werkt met een groep
mensen die uit zoveel aan elkaar verschillende persoonlijkheden bestaat."
Heel even zwijgt hij en merkt vervolgens op: "Weet je, het was uit
interesse in mensen dat ik psychologie ben gaan studeren. En aan die interesse
in de mens is feitelijk tot op de dag van vandaag niets veranderd."
Die aangeboren belangstelling voor zijn medemens duikt ook in het vervolg
van het gesprek telkens weer op. Zoals wanneer hij ons op enthousiaste
wijze vertelt over de educatieve projecten waaraan hij heeft meegewerkt.
Projecten waarbij men jonge mensen in aanraking laat komen met de muziek.
Sommigen onder hen blijken dan reeds vanaf het begin al over enorm veel
aan talent en vaardigheid te beschikken, terwijl anderen nog zo goed als
geen ervaring op dit gebied blijken te hebben.
David noemt het zelf een excellente methode om mensen dichter bij de muziek
te brengen en daarmee zowel de uitvoerende vertolkers ervan als mede het
publiek van morgen te creëren. Een streven dat, naast het interpreteren
van uitgevoerde werken, op zijn warme belangstelling mag rekenen.
Keren we terug naar de dagen dat hij aan Harvard psychologie studeerde. Hoe ging het verder?
"Na het behalen van mijn diploma, verliet ik de US en ging naar Rome.
Ik was 21 en vond het nodig om ver van huis enige ruimte voor mezelf te
vinden, zodat ik kon uitvogelen welke volgende stappen ik nu eigenlijk
in mijn leven wilde gaan zetten. In Rome heb ik Engels gedoceerd en mijzelf
het Italiaans eigen gemaakt.
Daarnaast werkte ik in Italië als acteur en regisseur. Feitelijk was dat
op zich reeds een bevestiging van wat ik het liefst wilde gaan doen. Namelijk
doorgaan op de weg die ik reeds was ingeslagen in de tijd dat ik aan Harvard
studeerde: Theater en muziek! Na een jaar ging ik dan ook terug naar de
States, terug naar The Big Apple, en begon mij verder te bekwamen in het
vak van acteur, zanger en danser.
Op een zekere avond, ik was juist thuisgekomen van een optreden in een
musical comedy, had ik een soort van epiphany en werd het mij daardoor
plotseling duidelijk dat ik terug zou moeten keren naar de wereld van de
klassieke muziek. Toch zouden er nog verscheidene maanden passeren alvorens
ik mijn studiebeurs in ontvangst mocht nemen en op de Manhattan School
of Music terugkeerde om mijn masters te gaan halen in Piano Begeleiding.
Een richting die mij in staat zou stellen om mijn liefde voor muziek, de
menselijke stem en het theater met elkaar te combineren.
Ik kan hier nog aan toevoegen dat ik in die tijd ook werkzaam ben geweest
in verscheidene leerprogramma's voor operagezelschappen in de States en
serieus werk begon te maken van het dirigeren."
De klok vertelt ons dat het hoog tijd is om nu een grote stap te gaan maken. En
dus laten we de jaren van studie in New York rusten en stomen door naar wat er
volgde. Zo willen we vanzelfsprekend graag weten hoe en wanneer de relatie met
Opera Spanga tot stand kwam.
|
|
David: "Nu daarvoor moeten we terug gaan naar de tachtiger jaren.
Ik ontmoette Corina van Eijk voor het eerst in 1989, in het Duitse Essen.
Corina had toen al wel over mij gehoord: Ik was die vent die werkzaam was
als repetitiepianist en coach, maar ook nog eens door een toneelregisseur
werd gevraagd om in de productie Manon te staan!
Corina zelf wilde opera gaan creëren in haar huis op het platteland van
Spanga, en ik ben haar op dit avontuur gaan vergezellen als music director.
Er is hier natuurlijk nog onnoemlijk veel meer over te vertellen, maar
de geïnteresseerde in Opera Spanga moet maar even op de eigen website gaan kijken."
We zijn het met hem eens. Niet alleen staat de tijd het niet toe om hier nu nog verder uitgebreid op in te gaan, maar we zouden dan ook graag Corina van Eijk zelf hierbij willen betrekken. Dat laatste zal ongetwijfeld tot een later tijdstip moeten worden uitgesteld, aangezien ook zij nu haar handen vol heeft aan Carmen in Delfzijl, de opera uitvoering die nu al vele tongen losmaakt en naar het zich nu
al laat aanzien een groot aantal liefhebbers van dit genre naar de havenplaats
zal brengen.
Laten we dus maar overgaan naar de laatste twee vragen die we zouden willen stellen.
Je werd hier al de 'American in Paris' genoemd, David. Wat betekent Frankrijk
voor je?
"Gedurende de laatste twaalf jaar woonde ik in Frankrijk waar ik als
eerste in de rij van uitnodigingen door Paris National Opera werd aangezocht
om hun koordirigent te willen zijn. Na de Bastille te hebben verlaten,
gaf ik mijn medewerking aan een reeks van bijzonder interessante voorstellingen
in het land van Marianne. Zo werkte ik er met zowel het Maîtrise des Hauts-de-Seine
als ook Orchestre National d’Ile de France. En stond verder nog als dirigent
in talrijke programma's, waaronder zich tevens enige hoogst noemenswaardige
concerten bevonden en wel die waaraan werd meegewerkt door een koor gevormd
uit 1500 middelbare scholieren uit de Parijse banlieus.
Verder ben ik regelmatig te zien als gastdirigent bij de Volksoper in Wenen
en dirigeer ik ook nog wel eens elders in de wereld een orkest. Zo had
ik het genoegen om vorig jaar het Tokyo Philharmonic te mogen leiden tijdens
het Patricia Petibon Opera Aria Concert, gegeven in de Tokyo Opera City Concert Hall."
Gezien onze betrokkenheid bij Japan, de tweetaligheid van Trankiel, willen we van David Levi weten hoe hij het optreden in Tokio heeft ervaren. Zijn antwoord laat niets te raden over.
"I loved it! De mensen waren er fantastisch en straalden werkelijk
zoveel aan warmte uit. En, het dient gezegd, alles was er perfect georganiseerd
Het publiek was bij ieder concert erg enthousiast. Het Tokyo Philharmonic
speelde ronduit geweldig en de Tokyo Opera City Concert Hall is zowel visueel
als ook akoestisch een spectaculaire locatie voor concerten.
En dan het samenwerken met Patricia Petibon. Dat is iedere keer weer een
waar feest. Zij is werkelijk een geweldige zangeres en daarnaast ook nog
eens een verrassende en ongewone artieste. Ik beschouw mijzelf dan ook
als een gelukkig mens om met haar samen te mogen werken."
Van Tokio tot aan Delfzijl. Het past bij deze man die wars is van sterallures en dan ook met evenveel liefde op het Molenbergplein in Delfzijl de opera Carmen dirigeert. Wat vindt hij trouwens van dit project en van Delfzijl, willen we ten slotte weten.
David Levi en Corina van Eijk
repeteren op locatie in Delfzijl |
|
"Jacqueline Clements doet een fantastische job, moet ik zeggen. Ze
doet haar werk met een ongelooflijke passie en streeft ernaar om de aanwezige
potentie binnen IVAK zelfs nog verder te ontwikkelen. Persoonlijk denk
ik sowieso dat IVAK als organisatie tamelijk exceptioneel is en dat de
mensen hier er best trots op mogen zijn. In het gehele gebouw bespeurt
men een sterk saamhorigheidsgevoel. Van de klassen voor kunst en dans tot
aan die van de muziekstudies.
Zelf ben ik hier nu een aantal keren geweest, hoofdzakelijk tijdens de
weekenden, om te repeteren. Zoals we ook vandaag weer doen. En ik moet
zeggen dat er bij iedere keer dat ik hier weer kom een zichtbare verbetering
is waar te nemen in het werk van het koor. En ... ze groeien nog steeds
door! Kortom, het koor bestaat uit een groep geweldige mensen.
Op de doordeweekse dagen repeteren we voorlopig met de solisten in Amsterdam.
De orkestrepetities zullen pas in het begin van juni aanvangen. Binnenkort
komen we dan met zijn allen naar Delfzijl om samen met de mensen van hier
te kunnen repeteren. Al met al betekent het lange werkdagen. Tien uur per
dag, inclusief weekends.
Zowel voor Corina als voor mijzelf is het tamelijk ongebruikelijk om dit soort van projecten te doen met een mix van professionele en niet-professionele mensen. Maar ik geloof dat ik rustig mag en kan zeggen dat we hier een geweldige tijd beleven.
Wat ik, naast de reeds opgedane ervaringen in het werk, ook in Delfzijl
kan waarderen is het feit dat de mensen hier redelijk open zijn. Tevens
vind ik het heerlijk dat je hier zo sterk de nabijheid van de zee kan voelen.
Het zand in de straten. Maar er is meer. De locatie waar Carmen zal worden
opgevoerd, de molen en niet te vergeten die weidse luchten. Het licht dat
hier toch zo anders is."
Zie ook: David Levi
|
Naar overzicht van alle 'Carmen in Delfzijl' artikelen |
|
© 2010 Trankiel
|
|
|
|