|
JAPANSE CHOREOGRAFE TOSHIKO OIWA:
IGOR STRAVINSKY IS ZEER UNIVERSEEL |
Wanneer we de gesloten deuren van de repetitieruimte van Noord Nederlandse Dans naderen, worden we als het ware verwelkomd door de ons bekend in de oren klinkende gagaku muziek. Eenmaal binnen zien we een achttal dansers die vier paren vormend in volle concentratie hun oefenstof doen, daarbij elkaar af en toe aanwijzingen gevend en nauwlettend gadegeslagen door choreografe Toshiko Oiwa.
Oefeningen die even later doorgaan zonder muziek en los daarvan nog meer
doen denken aan een slow-motion act.Verstilde bewegingen, is misschien
in deze een nog betere beschrijving. Spieren worden aan-gespannen. Er zijn
expressieve handgebaren. Met het algehele lichaam als hun gereedschap vormen
dansers het beeld dat Toshiko Oiwa voor ogen heeft gehad bij het schrijven
van deze eigen choreografie op Les Noces van Igor Stravinsky. Echter al spoedig blijkt dat niet alles reeds volledig
vaststaat en er alsnog wordt gezocht naar mogelijke verbeteringen. Iets
dat duidelijk wordt bij een figuur waarin tevens sprake is van het uitvoeren
van een vrij gecompliceerde lift. Wanneer één paar daarbij dicht bij de
vloer blijft is Toshiko verrukt. That's good! Like this it should be, roept ze uit en stelt voor dat het zo zal worden uitgevoerd. En weer zijn er onderling adviezen, aanwijzingen over en weer.
Het wordt duidelijk. Hier wordt als groep gewerkt aan een prestatie die
men samen wil leveren. Zonder de kadaverdiscipline, zoals die nogal eens
in Toshiko's vaderland wordt gehanteerd. Is zij hiermee een vertegenwoordiger
van het nieuwe denken in Japan? Kind van misschien toch een langzaam maar
zeker veranderende maatschappij? Hetgeen we vandaag hier zien, stemt ons
in zekere zin hoopvol.
Aan het eind van deze repetitie worden de langzamere passages verlaten en klinkt er een vrolijke Bra-ziliaans aandoende beat. De remmen gaan los en eens te meer wordt zonneklaar over wat voor dans-kwaliteiten dit internationaal gezelschap beschikt.
Dan is het voor vandaag voorbij en bedankt Toshiko haar dansers in het
Engels, Frans, Russisch, He-breeuws ...
De uit het Japanse Saitama afkomstige Toshiko Oiwa werkt internationaal
als zowel freelance choreo-grafe, danser, onderwijzer en massage therapeut.
Het groot aantal choreografieën die inmiddels reeds door haar werden geschreven,
zijn vanaf 1991 te zien geweest in Japan, New York, Seoel, Frankrijk, Marokko
en Brazilië.
Ze begon haar opleiding in klassiek ballet bij Shizue Oiwa, en voegde daar in een later stadium nog klassieke piano, choreografie en hedendaagse dans aan toe.
In 1992 waagde Toshiko de sprong naar het verre New York, waar ze studeerde
aan de Juilliard School en waar ze veel van haar choreografieën zou presenteren.
Na het behalen van haar diploma werd ze een van de dansers in THARP! en
trad met dit fameuze dansgezelschap van Twyla Tharp op in de US - Tour
1996-1997.
Vervolgens werd ze als danser toegelaten tot Bill T. Jones - Arnie Zane
Dance Company en ging daar-mee gedurende de volgende vijf jaar op tournee.
Zo stond ze op verscheidene festivals en in theaters in de Verenigde Staten,
Canada, Europa, Afrika en Australië.
In 2003 verkaste Toshiko naar Frankrijk en sloot ze zich aan bij Ballet Preljocaj / CCN Aix-en-Provence. Bij dit gezelschap verbleef ze tot 2006.
|
Toshiko Oiwa
Foto beschikbaar gesteld door Noord Nederlandse Dans © Mike van Sleen
|
In de lijst van haar meer recent werk vallen een aantal dingen in bijzonderheid op.
Zoals de opmerkelijke samenwerking met Gnawa musici in Marokko, die resulteerde in de choreografie Lilalalila.
Tevens in het oog springend: een solo voorstelling onder de titel Movement A , gemaakt in samen-werking met de video sound artist Ulf Langheinrich.
Meer in de lijn der verwachting, maar daarom niet minder noemenswaardig zijn de solovoorstellingen: L'Après-midi d'un faune in het Saitama Theater in Japan en Sacre, gemaakt bij het CND in Parijs en uitgevoerd in Sala Crisantempo in Sao
Paulo, Brazilië.
Wederom verschillend aan het voorgaande zijn de zes tot dusver gemaakte video's. Zo kwam in samen-werking met Katrin Jedon de video Swim_suite_part 2 tot stand. Vertoond op het Dance on Camera Festival in New York, als mede
op vele festivals in Europa.
Vanaf 1992 praktiseert ze in New York yoga en maakte daarnaast ook nog eens een studie van reiki, seitai en cranio-sacraal therapie, om deze vervolgens op te nemen in haar werk als leraar.
Een multitalent die nu voor het eerst een choreografie heeft geschreven
voor een professioneel dans-gezelschap: Noord Nederlandse Dans.
Maar zal ze in de slechts twee weken die haar ter beschikking staan iets verrassends op de vloer kunnen leggen?
Samen met Irene Rinsma, Publiciteit en Marketing Noord Nederlandse Dans, begeven we ons naar het kantoor voor het te houden vraaggesprek zoals ons dat, inclusief het bijwonen van een gedeelte van de repetitie is toegestaan. Het wordt een bijzonder aangenaam gesprek, waarin voor ons eigenlijk drie onderwerpen centraal staan. In de eerste plaats is dat vanzelfsprekend de dans en in het bijzonder die waarvan we zojuist, zij het nog in ongepolijste vorm, een deel hebben mogen zien. Maar daarnaast zijn we ook benieuwd naar zoiets als bijvoorbeeld een Japanse invloed in het werk en tenslotte hoe het contact met Noord Nederlandse Dans tot stand is gekomen.
Het blijkt dat zij hiervoor is uitgenodigd door Stephen Shropshire, sinds
januari van dit jaar artistiek leider bij Noord Nederlandse Dans. Bij zijn
aantreden introduceerde hij het idee om gedurende twee weken te werken
met een beginnend choreograaf en dit dan een drie keer per jaar. Daarbij
stond hem voor ogen dat hij jonge makers van nu een kans wil geven die
hijzelf nooit kreeg toen hij begon. Hij koos voor Toshiko Oiwa, die hij
leerde kennen op de opleiding die ze samen volgden aan de Juilliard School
in New York, om als eerste choreograaf in residence naar Groningen te komen. Dit houdt in dat ze gebruik mag maken van de dansers zowel als van alle faciliteiten.
In een gegeven interview zegt Stephen hierover onder meer dat hij benieuwd is hoe dit zal verlopen, mede gezien het feit dat ze een andere culturele achtergrond heeft.
Toshiko is er mee in haar nopjes en laat weten dat dit voor haar eigenlijk de eerste keer is dat ze als beginnend choreografe met een professioneel dansgezelschap kan en mag werken.
Gezien de internationale ervaring waarop zij kan bogen – ze werkte in Afrika,
Zuid-Amerika en de USA – zouden wij van haar graag willen weten of de eigen
cultuur mede van invloed is op de interpretatie. Met andere woorden zou
je aan de dans zo kunnen zien van welk werelddeel iemand afkomstig is?
Of is het zo internationaal dat ...
Het antwoord komt vlot. Waar het hedendaagse dans betreft zijn die verschillen zeer zeker wel aan te wijzen. Zo is de Europese dans ontstaan uit het bekende Duitse Tanztheater, die grootheden heeft voortgebracht als een Pina Bausch en een Susanne
Linke. Deze vorm heeft ook zijn invloed gehad op zowel de Amerikaanse als
de Aziatische. Neem je ter vergelijking de Amerikaanse dans dan valt het
op dat die veel atletischer, veel meer fysiek van aard is. Zelf maak ik
een studie van de popular dance, dus zoals die laten we zeggen op straat wordt gedaan. Ik was daarvoor
in Afrika en nu dan in Brazilië. Hierin zie je heel sterk invloeden vanuit
de eigen nationale cultuur.
Het is mijn wens om die zozeer cultuurgebonden vormen te laten samensmelten met bijvoorbeeld, zoals nu, de muziek van Igor Stravinsky.
Zagen we vandaag al niet iets van capueiro?
Ze lacht, brengt het gesprek op Capueiro City Bahia en beaamt dat het inderdaad
goed is waarge-nomen. Trouwens in het deel dat jullie niet hebben gezien zit ook salsa verwerkt, voegt ze toe.
En Japanse invloeden? We meenden iets Japans terug te zien in het deel waar de dansers dicht bij de grond bleven. Bij moeder aarde, als het ware.
Weer is er de lach als ze zegt dat er zeker sprake is van een Japanse invloed, al was het maar omdat ze haar inspiratie bijvoorbeeld haalt uit het noh theater en tevens gezien kan worden als een van de vele liefhebbers van bugaku en de butoh dansers van het dansgezelschap Sankai Juku.
Evenals dat het geval is met gagaku bestaan twee ervan al eeuwenlang. Zo was bijvoorbeeld de dansstijl bugaku reeds bekend tijdens de Heian periode en werd het toen ook al begeleid door gagaku. Noh gaat terug tot de 14e eeuw, waarmee het toch nog altijd een zeven eeuwen jonger is als gagaku.
Echter, butoh is een veel jongere dansvorm. Feitelijk wordt het ontstaan ervan gerelateerd aan de opvoering van Kinjiki in 1959.
Toen een schandaal genoemd, al was het alleen maar vanwege de suggestie dat de jongeman uit het stuk geslachtsgemeenschap had met een kip. Ever since zijn in kritieken wel woorden voorgekomen als shockerend, erotisch, gewelddadig,
provocerend en nihilistisch.... De volledige naam ankoku butoh bete-kent zoveel als Dans der Duisternis en herbergt in zich elementen uit het traditioneel Japans theater. Je kunt dus zeggen dat hier ook wordt teruggegrepen op wat lang in de cultuur aanwezig is.
Hedendaagse dans, Capueiro en salsa plus Japanse invloeden vormen samen
met het door Stravinsky gecomponeerde Les Noces dus de muziek van deze choreografie ... Is dat überhaupt met elkaar te
vermengen, valt Stravinsky dan niet ergens uit de toon?
Toshiko ontkent dit ten stelligste en zet dit kracht bij door op te merken dat Igor Stravinsky zelf heel veel aan aspecten in zijn muziek heeft verwerkt.
En wie zijn levensloop slechts een beetje kent, kan zich daar een voorstelling van maken. De van geboorte Rus die zich eerst tot Fransman liet naturaliseren, zich vervolgens in Amerika vestigde en daar in 1945 tot Amerikaan werd genaturaliseerd, werkte samen met de groten van die tijd in de kunst. Zo schreef hij voor Diaghilev, waar het Groninger Museum in 2004 een grote overzichtstentoonstelling aan wijdde, de muziek bij het ballet l'Oiseau de Feu. Ging hij in Zwitserland samenwerken met Maurice Ravel. Maakte kennis
met Pablo Picasso. En zo kan de lijst verder worden aangevuld met indruk-wekkende
namen. Ieder van hen zal op enigerlei wijze de componist hebben beïnvloed
en evenzeer zullen hun diverse culturele achtergronden dat hebben gedaan.
Is er sprake van verschil met dit moment in de tijd waarop de Japanse choreografe
samenwerkt met Noord Nederlandse Dans uit Groningen onder artistieke leiding
van haar Amerikaanse vriend en met dansers uit Frankrijk, Italië, Oostenrijk,
Zwitserland, Israël, Tsjechië, Rusland en Nederland? Is het, hoe klein
misschien dan ook, geen afspiegeling van het leven van de door Toshiko
Oiwa zozeer bewon-derde componist?
Hoezeer blijkt als we de volgende ochtend de krant openslaan en uit het artikel over het verblijf van Toshiko bij Noord Nederlandse Dans het volgende optekenen:
... Dat ze muziek van Stravinsky als uitganspunt heeft gekozen, is niet
zomaar. "Ik heb zelf in Les Noces gedanst", zegt ze. "En
van de Sacre du Printemps heb ik een soloversie gemaakt."
Oiwa heeft wat met Stravinsky. "Ik hoor niet alleen Slavische aspecten
in zijn muziek, maar ook Afrikaanse en Aziatische kanten. Het heeft een
ritme dat ik in mijn lichaam voel als ik dans. Je kunt geweldig op Stravinsky
dansen, ook in een club. Zijn muziek is erg funky." ...
|
|
|
Links |
Boven |
© Karel Zwaneveld |
© Stef Steneken |
Beschikbaar gesteld door
Noord Nederlandse Dans
|
Voor meer info over Noord Nederlandse Dans: klik hier |
© 2009 Trankiel
|
|
|
|