|
FIETSEND LANGS DE 88 TEMPELS VAN SHIKOKU
Een Hollander op zoek naar verlichting
|
Zaterdag, 3 oktober 2009 - Van Tosa City naar Susaki City
Ik klim op de fiets, terwijl Dolf en en Fumika me hartelijk uitzwaaien.
Voor mij uit, onder een strak blauwe lucht en stralende zon, slingert zich
een lange asfaltweg richting de horizon. Het is nog vroeg, de hitte komt
straks. Met enige weemoed denk ik aan de afgelopen twee relaxte dagen.
De weersvoorspellingen zijn slecht. Ik koers recht op een heuse orkaan
af - dat wordt dus straks genieten. |
|
Ik ben op Shikoku, het kleinste van de vier belangrijkste eilanden waaruit
Japan bestaat, en ik maak er een reeds eeuwenoude, 1.200 kilometer lange
pelgrimstocht langs 88 boeddhistische tempels. Het is een cirkelvormige
route, dus als alles meezit , kom ik uiteindelijk weer terug in Tokushima,
een stad in het oosten van Shikoku, waarvandaan ik 2 weken geleden mijn
lange reis ben begonnen. Jaarlijks maken zo'n 150.000 Japanners, waaronder
een toenemend aantal buitenlanders, deze tocht. Het gros ervan gaat tegenwoordig
echter relaxt met de tourbus of de eigen auto. Een klein aantal doet het,
zoals in vroeger eeuwen, nog lopend. Zelf besloot ik de fiets te nemen
- het gaat wat sneller, terwijl ik de fysieke uitdaging niet uit de weg
ga.
De eerste dagen, in de prefectuur Tokushima, waren onmiddellijk zwaar.
In de wereld van de Shikoku pelgrims heet het gebied de "Hosshin Dojo",
vrij vertaald: de plek van het spiritueel ontwaken.
En ontwaken doe je zeker op een bergritje zoals naar de tempel Shosan-Ji,
nummer 12 op de Shikoku route. De klim koste me een halve dag, en 2 uur
om ervan bij te komen.
|
|
Tokushima prefectuur,
bergopwaarts naar ..... |
... tempel nummer 12: Shosan-Ji, met het standbeeld dat herinnert aan de
legende van Kobo Daishi's verschijning
aan de spoedig daarna stervende pelgrim Uemon Saburo. |
Na de eerste 23 tempels te zijn gepasseerd, ben ik nu in de prefectuur
Kochi, dat zich uitstrekt langs Shikoku's zuidkust. Bij tempel Kiyotaki-Ji,
nummer 35, werd ik opgehaald door de Nederlander Dolf van Graas, en zijn
Japanse vrouw Fumika Kuninori, die iets verderop in hun prachtige "Landhuis
in Sakawa" wonen. Horend van mijn pelgrimstocht hebben zij mij uitgenodigd
om een twee dagen bij hen te recupereren. Het was een heerlijk relaxt intermezzo,
waarna de route langs de nog resterende 53 tempels mij echter des te zwaarder
lijkt. Het weer werkt dus ook niet mee. In een dag of twee verwacht men
dat de orkaan "Melor" Shikoku's zuidkust zal teisteren. Ik kan
er niet op wachten; ik wil niet nog meer tijd verliezen. Fumika vraagt
voor m'n vertrek nog naar m'n regenpak. Ik zal het nodig hebben. Stevig
doortrappend, laat ik de zwaaiende Dolf en Fumika al snel achter me. Vooralsnog
schijnt de zon, en ik bid dat de naderende storm zal besluiten dit ranke
fietsertje over het hoofd te zien.
Shikoku pelgrims treden in de voetsporen van Kobo Daishi (744-835), de veruit belangrijkste monnik uit Japan's historie,
die in de negende eeuw het Shingon boeddhisme vanuit China naar Japan bracht.
Shingon boeddhisme heeft in Japan zo'n 10 miljoen volgelingen, maar is daarbuiten alleen nog in Tibet te vinden. Shingon betekent "het ware woord", of "mantra", en een belangrijk aspect van de leer is dat mensen in hun huidige leven de staat van verlichting - het Nirwana - kunnen bereiken.
|
Tempel nummer 36: Shoryu-Ji in Kochi prefectuur. |
Bij de tempel Shoryu-Ji , nummer 36 van de route, ontmoet ik een Amerikaanse
pelgrim – hij is ook op de fiets. Hij raadt me aan zo snel mogelijk in
de prefectuur Ehime te komen dat aan Shikoku's oostkust ligt, en dat door
de orkaan waarschijnlijk gemist zal worden. Ehime is nog echter 230 kilometer
en met onderweg vier tempels. Ik zie me die afstand niet in 2 dagen overbruggen.
Shikoku is geen Flevopolder. In tegendeel , de meeste tempels zijn hooggelegen.
Nee, er is geen uitweg. Ik moet Kochi's zuidkust wel blijven volgen om
de volgende tempels te bereiken en ik ga de storm dus "head-on"
tegemoet.
Men zegt wel dat de pelgrims op Shikoku niet alleen in de voetsporen van
Kobo Daishi moeten treden, maar vooral ook moeten proberen te vinden naar
wat hij zocht, dat wil zeggen verlichting, het Nirwana, oftewel het paradijs.
Voor wie zich op die spirituele route waagt, is er een ander soort kaart,
de bekende Hart Sutra. Het is de belangrijkste tekst van het Mahayana boeddhisme
en wordt door het gros van de pelgrims bij elke tempel uitgebreid gereciteerd.
Het idee achter de Shikoku pelgrimstocht is dat je de Hart Sutra tijdens
de wekenlange tocht kan overdenken in de hoop deze tegen de tijd dat je
bij tempel achtentachtig bent, echt te begrijpen, en - wie weet - daardoor
ook nog verlicht te worden. Velen komen echter niet of nauwelijks aan die
spirituele route toe. De fysieke tempel route op Shikoku al moeilijk genoeg.
Het is een lange, en vaak moeizame weg ...
De kuren van m'n fiets maken het er niet echt eenvoudiger op. Het is een
doorsnee mountainbike van Chinese makelij, maar wel eentje met een echte
Shimano versnelling. Dat die nu juist problemen geeft, valt me flink
tegen. Het schakelen naar de laagste versnelling gaat krakend en schokkend,
maar het werkt echter allemaal nog net.
Ik ben al om drie uur 's middags in Susaki City en overnacht er in ryokan
Yanagiya. Ryokans zijn een soort traditioneel Japans familiepension. De
ontvangst is allerhartelijkst. Ondanks haar heel gebrekkig Engels en mijn
zero kennis van het Japans, doet de eigenaresse haar uiterste best het
me naar de zin te maken. De altijd gemeenschappelijke badkamer in Japan
is even wennen, maar het gezamenlijk baden wordt al gauw normaal en blijkt
een prima bron van informatie. De vele aanwezige plastic slippertjes in
een Japans huis zijn wat verwarrend. Ik schuifel er zo geruisloos mogelijk
mee door het huis, geregeld er een of twee onderweg verliezend. De maaltijden
zijn een waar feest - de verschillende kommetjes en schaaltjes met lokale
lekkernijen zijn gerangschikt als ware het een schilderijtje. Na de inspanningen
van de dag, slaap ik altijd al vroeg.
|
Laat me het Japans diner in ryokan Yanagia goed smaken..
De volgende dag gaat het naar tempel nummer 38: Kongoufuku-Ji . |
4-5 oktober- Van Susaki City, via Nakamura, naar Tosa-Shimizu
Om 6 uur ontbijt. Het wordt een lange dag waarbij ik een afstand van 70
kilometer wil afleggen en dan halverwege richting tempel 38 in het plaatsje
Nakamura wil uitkomen. Hopelijk blijft het vandaag nog goed weer. Nakamura
heeft waarschijnlijk wel een internet café. Mocht het al gaan spoken dan
blijf ik desnoods in Nakamura de storm uitzitten en gebruik de tijd om
m'n recente ervaringen online te zetten.
De route is minder zwaar dan ik had verwacht, hoewel de weg 's ochtends
voortdurend omhoog lijkt te gaan en het vaak een trage en moeizame klim
is. Met een behoorlijk krakende en luid piepende laagste versnelling zwoeg
ik me over de Osaka Bridge in de richting Nokamura. Tijdens een korte stop
bij een buurtwinkeltje om wat water in te slaan, duwt de winkelier me plotsklaps
ook nog wat sinaasappels in de hand. "Osettai" , zegt hij, en
maakt me duidelijk dat ik er niet voor hoef te betalen. Ik kijk verbaasd
en ervaar deze geste tegelijkertijd als een hartverwarmende. Het is een
van de meest bijzondere aspecten van de de Shikoku pelgrimstocht waarbij
de lokale bevolking de passerende pelgrims geregeld verblijdt met allerhande
giften. Dat kan variëren van een blikje cola voor nop, tot en met een gratis
slaapplaats. Het is niet alleen maar goedhartigheid van de gevers. De mensen
geven hun gift eigenlijk symbolisch - via de pelgrims - aan Kobo Daishi.
Hoe dan ook, het is een ontzettend leuke ervaring en het doet je de eventuele
ontberingen direct vergeten. Ik realiseer me dan nog niet hoeveel baat
ik de komende dagen van die "osettai" zal hebben.
Ditmaal valt de kwaliteit van het Japans pensionnetje me enigszins tegen. Het gebruikelijke
kopje thee bij aankomst ontbreekt, de airco werkt alleen met muntjes, mijn
fiets mag hier niet binnen staan, en de eigenaresse zet geen stap teveel
. Ze doet me denken aan die gierige Chinees-Thaise matrones, zoals je die
in Thailand soms hebt. Ik wil hier niet 2-3 dagen de storm uitzitten. Het
is nu bewolkt, maar volgens het weerbericht zal het pas in de middag gaan
regenen. Ik besluit dan ook om door te fietsen. Kochi's meest zuidelijke
punt, bij Ashizuri-Misaki Cape, is nog maar 35 kilometer verder, vlakbij
Kongoufuku-Ji , tempel 38 op de Shikoku route.
Onderweg vraag ik bij een klein restaurantje of ze een hotelletje voor mij willen boeken. In het Engels geeft dat nog wel eens problemen. Er staat een pension Sarai op mijn kaart, en het ligt slechts een paar kilometer van de Kaap. Gelukkig hebben ze kamers vrij. Ik volg de kustlijn verder naar het zuiden als het begint te regenen. De wereld om me heen wordt grijs, nat en koud. Stomtoevallig kom ik Hiroshi Narasaki weer tegen, een Japanse pelgrim die de tocht deels met bus en trein doet, en deels lopend. Ik had hem al eerder ontmoet. Ondanks z'n poncho is hij drijfnat. We lachen en wensen elkaar sterkte. Hij verdwijnt door een gordijn van water. De onderlinge camaraderie tussen pelgrims is ook een plus van de Shikoku route. Het maakt niet uit of je buitenlander of Japanner bent - je bent een pelgrim.
In de stromende regen fiets ik verder, maar een paar kilometer van m'n geboekte pensionnetje slaat het noodlot dan toch definitief toe. Heuvelopwaarts, bij het schakelen naar m'n laagste versnelling, hoor ik hard geratel, waarna m'n fietsketting hopeloos vastzit. Er zit niks anders op dan af te stappen en verder te gaan lopen, de fiets aan de hand voortduwend ...
De landelijke omgeving biedt weinig hoop op hulp, en zeker niet op de aanwezigheid
van zoiets als een fietsenmaker. In een flits bedenk ik me dat dit het
einde van m'n tocht kan zijn. Ik zal de 88 tempels niet halen, en kan dus
die kans op verlichting verder ook wel vergeten ...
Dan zie ik rechts van de weg een piepklein wegcafeetje opdoemen. Het lijkt
in de wijde omtrek het enige teken van leven. De eigenaar laat net een
klant uit; hij spreekt geen woord Engels. Werkelijk drijfnat leg ik hem
wanhopig met handen en voeten uit wat er aan de fiets mankeert. Gelukkig
ziet hij aan mijn witte shirt dat ik een pelgrim ben - het is mijn redding.
Hij loopt direct met me naar buiten en probeert daar eerst zelf de ketting
te fiksen. Als dat niet lukt, belt hij een kennis die 10 kilometer verderop,
in het plaatsje Tosa-Shimizu, een fietsenzaak runt. Terwijl ik een kop
warme koffie drink, staat fietsenmaker Yoshikazu Mori met zijn bestelwagentje al gauw voor de deur. Binnen een kwartiertje staan we in
zijn werkplaats, en maakt hij mijn Chinese tweewieler weer rijklaar. "Osettai",
zegt hij, en ik weet nu dat hij geen cent voor z'n geweldige service van
me wil ontvangen. Dan wijst hij op de regen buiten, die nu al uren gestaag
naar beneden stroomt. Hij maakt het gebaar van slapen en wijst vervolgens
op z'n eigen huis, boven de winkel. "Osettai", benadrukt Yoshikazu
nogmaals. Ik hoef vandaag dus niet meer verder te fietsen.
|
Osettai van fietsenmaker Yoshikazu Mori in Tosa-Shimizu |
Die avond eet ik gezamenlijk thuis bij Yoshikazu en zijn vrouw Hitomi.
Het is ontzettend gezellig, ook al spreken beiden vrijwel geen woord Engels.
Voor die tijd rijdt Yoshikazu me met zijn bestelwagentje langs het haventje
van Tosa-Shimizu. "Daar buiten zijn de golven wel tien meter hoog",
roept hij tegen de gierende wind in. Ik slaap in de kamer van hun zoon,
die nu elders in Japan studeert. 's Nachts raast de orkaan Melor in volle
kracht over Tosa-Shimizu, maar ik weet nu zeker dat ik die 88 tempels toch
zal gaan halen ....
Tekst en foto's: Jan-Willem Paijens
Voor nog meer foto's van deze pelgrimstocht, klik hier
© 2010 Trankiel
|
|
|
|