|
Het geluid van vallende sneeuw
Herinnering aan Japan |
|
Met dit bijzonder lezenswaardig boek over een jonge vrouw die naar Japan
afreist om er als kunstenaar te gaan werken, werd auteur Jannie Regnerus
winnaar van de VPRO Bob den Uyl prijs 2007 voor het beste literaire reisboek.
De lezer wordt meegenomen op een reis door een wereld vol van onbekende
codes en raadselachtige tegenstrijdigheden.
In het juryrapport staat onder meer te lezen:
Afwisselend verheven en onbedaarlijk komisch. Regnerus betoont zich iemand
die uitstekend kan kijken en luisteren en die een heldere, persoonlijke
toon weet te treffen.
Uitgeverij Wereldbibliotheek bv Amsterdam –
ISBN 978 90 284 2163 9
|
In 2001 woonde Jannie Regnerus een jaar in Japan. Ze raakte gefascineerd
door dit land en zijn bewoners, die de modernste technologie als vanzelfsprekend
omarmen, maar wier dagelijks bestaan tegelijkertijd doordrenkt is van goden,
geesten en magische rituelen. Haar Japanse vriendin Etsuko laat haar kennismaken
met deze kant van het Japanse leven, die is gebaseerd op het geloof dat
alles een ziel heeft, van bomen en rivieren tot brillen en fotocamera's.
Hoofdstuk 5 begint met het verhaal van de beklimming van een berg even
buiten Kyoto:
Het bergpad slingert zich steil omhoog. Tussen de bomen ruikt het vaag
naar wierook en bij iedere meter voorwaarts wordt die geur intenser. In
de verte doemt naast het pad het silhouet op van een man. Instinctief raap
ik een afgebroken tak van de grond. Als we hem op vijf meter genaderd zijn,
zie ik dat hij geknield zit, de handen devoot gevouwen, en zijn gebed richt
tot een dikke boom. Om zijn pantalon schoon te houden rusten zijn knieën
op een plastic zak die hij op het natte mos heeft uitgespreid. Beschaamd
laat ik de tak uit mijn handen glippen.
Uit de diepe holtes tussen de wortels van de dikke boom kringelt rook op,
afkomstig van een handvol wierookpegels. Naast de boom staat een minuscuul
tempeltje, een groot uitgevallen vogelhuisje, waarin een verzameling porseleinen
vosjes staat opgesteld. De beeldjes zijn hier en daar gebarsten, het ene
vosje mist een oor, het andere zijn staart. Tussen de gewonde vosjes liggen
offeranden; roestige muntstukken en gebroken sakeflesjes.
Zonder op of om te kijken loopt Etsuko in een rechte lijn verder. Ik volg
haar struikelend, achterom kijkend naar de man en zijn boom.Wanneer we
op gepaste afstand van het tafereel gekomen zijn, tik ik Etsuko op de rug
en vraag haar waarom de man midden in het bos tot porseleinen vosjes bidt.
Onze paraplu's haken in elkaar, om boven het lawaai van de regen uit te
kunnen komen verheft Etsuko haar stem en zegt dat de vos Inari de god voor
goede zaken en welvaart is. Waarschijnlijk is de man een winkelier, die
hier in het bos voor een goede omzet komt bidden. Zelfs de grote multinationals
hebben een kleine schrijn in hun winkel of boven op het dak van hun kantoor,
waar ze de vos Inari met offeranden paaien ...
© 2010 Trankiel
|
|
|
|