|
|
MUSEUM STAD APPINGEDAM
Een ontmoeting met een rijk verleden |
Pal tegenover de majestueuze Nicolaï-kerk, de op één na grootste kerk in de provincie Groningen, bevindt zich Museum Stad Appingedam. Gedeeltelijk gevestigd in een aan de Dijkstraat gesitueerd pand uit de dertiende eeuw. Waarmee het behoort tot de oudste stenen huizen in dit schilderachtig middeleeuws stadje aan het Damsterdiep.
Na binnenkomst in het museum waant men zich dan ook terug in een reeds
lang vervlogen tijd, toen huizen er nog geheel anders uitzagen dan dat
we in onze huidige tijd gewend zijn. Hier geen living, geen grote badkamer
en wat dies meer zij, maar wel twee kelders en maar liefst drie zolders.
Een wirwar van trapjes, gangetjes en kamertjes maken het in totaal acht
verdiepingen tellend pand tot iets dat in de folder van het museum als
ontdekkingstocht is omschreven. En wie wil er nu niet op ontdekking gaan!
Als gezegd bevindt het museum zich voor een gedeelte in een van de oudste
huizen van Appingedam, waarvan de zaal aan de straatkant pas in de 14e
eeuw aan het pand werd toegevoegd.
Een edele heerd, werd het genoemd, aangezien de bouw meer dan duizend guldens had gekost
en gegarandeerd behoorden haar bewoners tot de vooraanstaande burgerij
die de handelsstad in die tijd een zekere grandeur gaf.
De ingang van het museum bevindt zich aan de kant van de Wijkstraat. Evenals de theetuin waar het onder het genot van een kopje koffie of thee, al dan niet met koek, plezierig toeven is.
Nu zou men verwachten dat men hier slechts wordt geconfronteerd met zaken die een herinnering zijn aan de roemruchte jaren van de parel van Fivelingo, zoals het stadje ook wel liefkozend wordt ge-noemd. En dat is zeker een niet geheel onterechte gedachte. Kostbare voorwerpen, aangeschaft door de elite van toen, zijn tentoongesteld. Een grote collectie zilver herinnert de bezoeker aan de dagen dat het Gouden Pand vele goud- en zilversmeden kende.
Echter in een van de kelders is er tevens ruimschoots aandacht voor het zwaardere werk dat met behulp van hamer en aambeeld werd verricht. Een eerbetoon aan Pieter Tei Houwerzijl. Appingedam haar laatste koperslager.
Om een nog iets beter beeld te krijgen van het rijke verleden van de stad,
verdiepen we ons in het uitermate informatieve boek, geschreven door J.
Dik, Uit de geschiedenis van Appingedam – de oude hoofdplaats van Fivelingo.
Op de bladzijden 99 en 100 lezen we over de gilden:
... Na het bakkersgilde waren verscheidene andere gilden opgekomen. De
broeders van het kooplie-dengilde noemden zich deftig "Heren Kooplieden
van de stad Appingedam". Zij hadden het recht korenmeters en houtmeters
aan te wijzen, die door de burgemeesters werden beëdigd. Verder werden
er korendragers aangesteld. Zij hadden afzonderlijke rechten en een privilegeboek.
Het koopliedengilde onderwierp de schippers aan vaste tarieven. Daartegenover
moesten de kooplieden op zich nemen ook van de schepen van deze schippers
gebruik te maken.
In dit gilde spiegelt zich de bloei van Appingedam als handelsstad af.
De hout- en korenschepen zullen heel wat drukte in ons stadje hebben gegeven.
De ligplaats voor de schepen was vermoedelijk het Kattendiep. Men kan zich
daar een mastenwoud verbeelden tussen de nauw op elkaar gebouwde huizen
van de vesting ...
Eens per jaar, in de maand augustus, ademt het stadje weer de sfeer van
toen. Op die dag trekt de Coopluydenmarkt tienduizenden bezoekers. Zij kunnen genieten van een heel scala aan activiteiten
of rondneuzen bij de wel honderd verschillende stands. Damsters kleden
zich in middeleeuwse kledij, ridders bevolken de straten. Oude ambachten
worden gedemonstreerd. Toneelgroepen geven acte de présence, muzikanten
zorgen voor vrolijke klanken.
Maar, zoals vaker gebeurd, komt ook nu de eerder genoemde verwachting niet
geheel uit. Museum Stad Appingedam wil namelijk graag eveneens het hedendaagse
benadrukken: Het verhaal van een stad in ontwikkeling.
Dat zien wij als prioriteit, zegt Cynthia Heinen, kunsthistorica en sinds enige maanden directeur van het museum. Men zal, naast al het andere, tevens hier uitgebreid over worden geïnformeerd
op onze nieuwe website, die binnenkort zal zijn te bezoeken.
Tevens voegt zij aan dit laatste nieuws nog toe dat het museum ook desgewenst een Groninger lunch verzorgt, dan wel een rondleiding geeft met aansluitend koffie en Groninger koek in de theetuin of binnenshuis indien de weersomstandigheden een verblijf in de tuin niet toelaten.
Hebben wij nog slechts één vraag aan de charmante Cynthia Heinen:
Hoe zou je zelf het museum en Appingedam in een paar woorden neer willen zetten?
Cynthia: Om met het laatste te beginnen. Ik zie het als een stad met een dorps karakter.
Daarmee doel ik op de kleinschaligheid, het ontbreken van noemenswaardige
hoogbouw, de typische dorpse menta-liteit: iedereen kent iedereen en de
plaatselijke nering moet het echt van de vaste trouwe klanten hebben. Maar
begrijp me niet verkeerd. Ik zie dit heus als een pluspunt en denk dat
het oude stadsbeeld als een rechtstreeks gevolg hiervan bewaard kon worden.
Appingedam is naast Groningen de enige stad in de provincie met een zichtbaar middeleeuws ver-leden. Het tonen van die verankering in de geschiedenis van dit prachtig monumentenstadje is dan ook een zeer belangrijke pijler onder ons museum .
Toch zou ik willen beklemtonen dat we bepaald geen 'stoffig museum' zijn,
want behalve waar het gaat om de rijke historie van de stad, wordt door
ons ook ruimschoots aandacht aan het heden geschonken.
Ter illustratie zou ik hier de tentoonstelling 'De keuze van onze burgemeester
mevrouw Rika Pot' willen aanhalen. Voor deze door haar persoonlijk samengestelde
expositie koos ze voorwerpen die illustratief zijn voor de stadsontwikkeling
en trekt ze in haar commentaar deze lijn moeiteloos door naar de huidige
tijd.
Zelf vind ik het leveren van een bijdrage als deze mede de kracht van een museum. Het bewust deel uitmaken van de maatschappij, er feitelijk middenin staan, kan volgens mij velerlei vormen aan-nemen. Te denken valt aan erfgoededucatie, lezingen, exposities....
In een tijd waarin je bijna alles wat je zou willen weten op internet kunt
vinden, blijft toch het bekijken en aanraken, de sfeer snuiven van echte
objecten uit de geschiedenis onvervangbaar.
Dus zou ik willen eindigen met: Kom naar het museum en geniet er van!
© 2009 Trankiel
|
|
|
|