|
MUSEUM MØHLMANN APPINGEDAM
Hedendaagse en figuratieve kunst |
Op 16 maart 2007 bericht de krant dat Museum Møhlmann, tot dan gevestigd
in het Noord-Hollandse dorp Venhuizen, het plan heeft opgevat om het West-Friese
land te verruilen voor het Groningse en daarbij het oog heeft laten vallen
op het pareltje van Fivelingo: Appingedam. Oog in oog staande met een uit
1862 daterende boerderij aan het Damsterdiep, werd het Rob en Laura Møhlmann
duidelijk: aan hun speurtocht naar een geschikt pand was hier een einde
gekomen.
In het bewuste krantenartikel zeggen ze hier zelf over dat de oude boerderij precies die uitstraling heeft waarnaar ze al een lange tijd hebben gezocht.
Rob:Want naast hoogwaardige kunst willen we ook een hoogwaardige omgeving aanbieden.
En hier in Appingedam hebben we een bushalte pal voor de deur en het station
twee kilometer verderop. Ideaal.
Rob Møhlmann maakt zelf voornamelijk stillevens en heeft een grote bekendheid verworven door zijn series Bovenafje en Canto. Hierin verlegt hij de grenzen van het genre door een stilleven recht
van bovenaf te schilderen of telkens hetzelfde blikje in een totaal andere
omgeving te situeren.
Samen met Laura is hij daarnaast eigentijdse figuratieve kunst gaan verzamelen
en de collectie be-staat inmiddels al uit een 200 stuks. Waarvan een schilderij
van Wout Muller de eerste was. Laura liet zich daarover eens in een interview
ontvallen dat deze 'hobby' wel inhoudt dat ze niet op vakantie gaan en niet buiten de deur eten. Alles voor de kunst!
In 1997 organiseerden zij hun allereerste Onafhankelijke Realisten Tentoonstelling met werken van 32 kunstenaars. Er zouden nog negen volgen en de tiende
zit er, als het aan hun ligt, aan te komen na de opening van hun nieuw
onderkomen aan het Damsterdiep.
Een klein kwartaal later ziet het er opeens veel minder zonnig uit en bedient
de voorheen nog jui-chende pers zich nu in haar berichten van woorden als
'op losse schroeven'.
Rob en Laura Møhlmann zijn gestoten op de bureaucratie, hebben bij wijze van spreken nog geen spijker in de muur mogen slaan. De gemeente laat hen weten dat er geen culturele bestemming op het pand meer zit, aangezien die er in het verleden door de verkopende partij van is afgehaald. Verder levert ook nog eens de monumentale status van de boerderij de nodige problemen op. Voor werkelijk alles hebben ze de officiële toestemming van de overheid nodig.
En nu is het wachten op de zogenaamde monumentenvergunning. Iets dat misschien wel een half jaar in beslag kan nemen.
Twee maanden later heeft de journalist de woorden 'op losse schroeven'
vervangen door 'van droom tot nachtmerrie'. Uit het artikel blijkt dat
het water Rob en Laura inmiddels tot aan de lippen staat.
Laura: Het is Kafka, puur Kafka.
Een lekkend dak, het wachten op vergunningen... Het zijn slechts twee van
de vele struikelblokken welke ze op hun weg, die uiteindelijk tot de vervulling
van de droom moet leiden, tegenkomen.
Het blijft stil in de pers. Akelig stil.
Maar dan is er in de ochtend van 8 april 2008 goed nieuws. De grootste ellende is achter de rug. Alle vergunningen zijn binnen. En Møhlmann hoopt nu het museum, dat in de kunstwereld in hoog aan-zien staat, in de zomer te kunnen openen.
In juli heeft het er alle schijn van dat dit schijnt te lukken. Er worden vrijwilligers gezocht.
Er verlopen nog eens twee maanden, maar dan is de opening daar. En wat
voor één! Museum Møhl-mann presenteert de Tiende Onafhankelijke Realisten Tentoonstelling, waarop maar liefst ruim 630 werken van 102 kunstenaars zijn te bewonderen.
Complimenten voor het bereikte resultaat zijn niet van de lucht. Wij citeren uit een aantal kranten-berichten.
... Het museum bestaat uit twee verdiepingen die samen een oppervlakte
van 800 vierkante meter beslaan. De muren van de voormalige koeienstallen
zijn puntgaaf gestuukt. Het geheel leunt op donkerbruine gebinten ...
... Het kolossale dak is vernieuwd. Nieuwe wanden zijn verrezen. Er is
veel met authentiek materiaal hersteld of verfraaid. Het totale gebinte
is volledig met de hand schoongeborsteld en geraffineerd in het zicht gehouden.
En centraal is een enorme vide gecreëerd waar men tot in de 10 meter hoge nok kan kijken.
Zo is een architectonisch avontuurlijke ruimte ontstaan die het midden
houdt tussen een houten kathedraal en een boerenschuur. Hemels en aards
tegelijk ...
... Een romantische trap naar een grote vide met spannende doorkijkjes
...
|
|
Klik op foto voor groot formaat |
|
|
In de weekendbijlage 'Wonen' van het Dagblad van het Noorden verschijnt
een groot artikel met echt schitterende foto's. Speciaal aandacht is er
voor de beeldentuin, een oase van rust, waarbij in het bij-zonder stil
wordt gestaan bij dat ene beeld:
Levity, een bronzen danser die 'een buiging maakt voor het verkeer op
de oude Stadsweg.'
Levity, de buigende bronzen danser
|
Aangenaam verrast zijn Rob en Laura Møhlmann eveneens door de bezoekersaantallen. Niet alleen hebben vele Groningers het nieuwe museum aan hun oud Damsterdiep in het hart gesloten, maar ook komen er vele bezoekers vanuit de rest van het land, tot aan Zeeland en Limburg toe.
Eric Bos begint zijn Visualia 788, in het Dagblad van het Noorden van 7 november, met:
Alsof het Realisme in de kunst in het Noorden nog moest worden geïntroduceerd,
is Museum Møhl-mann bij Appingedam neergestreken met een tot museum verbouwde
behuizing waar je van achterover slaat. Museum Møhlmann is gespecialiseerd
in Realisme, in schilderijen en beeldhouw-werken waaraan je kunt zien wat
het voorstelt. Soms is het Fantastisch- of Metafysisch Realisme, vaak is
het gewoon wat het is, een stilleventje, een landschap, een naakt. Mooie
dingen en mensen en een paradijselijk natuur. Realisme is in dat opzicht
vaak een vorm van idealiseren van de werkelijkheid.
Het heeft iets van een evangelisatie, de jubileumpresentatie bij Laura en Rob Møhlmann uit Ven-huizen, die als echte evangelisten zijn neergestreken op de Groninger klei. Liefst 102 kunstenaars uit het Noorden en de rest van ons land, moeten het Groninger volk overtuigen van nut en belang van het Realisme. Alsof er in het Noorden al niet genoeg realisten werkzaam zijn ........
Wij prijzen ons bijzonder gelukkig dat we een eigen interview met Rob Møhlmann op Trankiel kunnen plaatsen.
Rob, op jullie eigen website lezen we dat de reis een aanvang nam in 1977 te Amsterdam, in een klein atelier aan de Jan van Galenstraat. Jullie zijn Amsterdammers van oorsprong?
Nee. Zelf ben ik afkomstig uit Hillegom. Pas later ging het voor een lerarenopleiding,
naar de hoofdstad en ging ik wonen op een zolderkamer in de Jan van Galenstraat.
Laura is echter wel een geboren Amsterdamse. Ze woonde destijds in de Rustenburgerstraat.
Na zes weken op de Witte Lelie, waar we elkaar feitelijk voor het eerst
hebben ontmoet, verlieten we samen de academie. Diep teleurgesteld in de
opleiding maar zielsgelukkig met elkaar. We trokken bij elkaar in en waren
enkele maanden later getrouwd.
Kan er gezegd worden dat jullie uit een kunstminnend milieu stammen, het
met de bekende paplepel kregen ingegoten .....
Niet echt nee, al was mijn grootvader J.C. Busé een tijdje professioneel schilder, maar ondermeer de crisisjaren van de vorige eeuw deden hem als kunstenaar de das om.
Drie jaar later, zo lezen we, werd er verhuisd naar de Amsterdamse Des Présstraat. Tevens het begin van het Canto project. Om vervolgens te verkassen naar het mooie Hoorn. Daar werd een
zeventiende-eeuws pand gerestaureerd. Hebben jullie iets met oude panden?
Met het restaureren ervan?
Jazeker, de sfeer spreekt ons erg aan. Restaureren is zeker niet onze hobby, maar we willen wel het pand zo min mogelijk geweld aan doen en het karakter zoveel mogelijk bewaren of zelfs terugwinnen. Zo ontstaat er weer harmonie in het gebouw.
Verder lezend in de ons beschikbare informatie wordt duidelijk dat dit
eigenlijk slechts een tussenstop was. Twee jaar later werd er al een woonboerderij
in Venhuizen betrokken en werd de oude kaas-fabriek op De Buurt getransformeerd
tot atelier.
Wijst dit op een destijds aanwezig zijnde onrust. Op een steeds toch weer zoeken naar het onbekende, naar het nieuwe, zij het dan wel het liefst in een oude jas?
Onrust, noch het zoeken van het onbekende is een drijfveer. Het is meer
het streven naar een optimale woonwerksituatie. Als je geen enkel kapitaal
hebt, kun je dat alleen maar stapsgewijs doen. Door risico's te nemen en
er hard voor werken.
Werd die voor jullie ideale woonwerksituatie daadwerkelijk gevonden in Venhuizen? Jullie bleven er 18 jaar!
Vergeleken met Amsterdam en Hoorn, vormde de landelijke omgeving een enorme verbetering, maar ook hier groeiden we uiteindelijk uit ons jasje.
En dus werd er besloten de reis voort te zetten. Daarbij viel het oog op het Noorden, op Appingedam.
Eerlijk gezegd bevreemd ons die beslissing om het westen achter jullie te laten. De markt is daar toch, als bekend, veel gunstiger.
In Appingedam bleek het voor ons ideaal pand te staan. Met daarin zowel
een historische woning, als voldoende ruimte voor een goed atelier en ...
een museum. Precies zoals wij dat altijd al graag wilden hebben. Van hadden
gedroomd. Bovendien heeft het een fraaie tuin en is de omgeving werkelijk
schitterend.
De markt is niet alles bepalend. We zijn altijd semicommercieel bezig geweest;
de broek kunnen op-halen is ons genoeg. Bovendien blijkt nu dat, gezien
de kwantiteit en kwaliteit die we bieden, mensen ons nog steeds uit het
gehele land komen bezoeken.
Eenmaal hier, zo is duidelijk, werd het een lange weg vol van strijd. Hoe
hebben jullie dat persoonlijk ervaren? Nooit door het gevoel bekropen dat
dit uiteindelijk een mission impossible zou blijken te zijn?
Natuurlijk hebben we een aantal keren met de gedachte gespeeld het bijltje erbij neer te gooien, maar toch, omdat we deze plek niet wilden verliezen hebben we ons telkens weer weten te hervinden. Werden de schouders er maar weer onder gezet. Pas achteraf bleek dat velen die wisten waar we mee bezig waren, niet hadden gedacht dat we deze hindernisbaan zouden kunnen nemen. Maar dat is ons uiteindelijk toch gelukt.
Gelukt? Vind je het erg als we dat kwalificeren als een understatement. Werkelijk schitterend is het geworden! Om nog even terug te keren naar het verleden. Voordat jullie het kochten was dit de woonboerderij Bij De Heeren, volgens een gevelsteen in 1862 gesticht door ene Klaas Kornelis Groen-weg
en in 1998 aangemerkt als beschermd monument. Deze bijbehorende schuur
stamt uit 1875.
Gebouwd door een zekere Reinje Klaassen Groenweg. Zo konden we opmaken
uit een lokale geschied-schrijving ....
De naam Bij de Heeren, was een verzonnen naam en staat niet in de gevelsteen. De Muzeheerd leek ons veel toepasselijker, gezien de activiteiten in atelier en museum in deze heerd.
Het bouwjaar van de schuur blijft een discussiepunt. Eigenhandig heb ik
het complete gebinte van nok tot vloer met een staalborstel schoongemaakt
en daar kwam pontificaal het jaartal 1856 te voorschijn...
We lazen dat de laatste bewoners het geheel zoveel mogelijk in oude staat hadden teruggebracht. Jullie hebben er echter veel aan verbouwd. Leverde dat nog eens extra problemen op, gezien de status van beschermd monument?
We hebben niet zo'n hoge pet op van de zogenaamde restauraties van de vorige
bewoners. Heel veel in het huis hebben we zelf opnieuw hersteld of door
authentiekere zaken vervangen. Aan de grote schuur was niets gedaan. In
feite hebben we de schuur van een zekere ondergang gered door het compleet
aangetaste dak te vervangen. Tegenslag nummer zoveel, mag je wel zeggen.
Het geheel, ook na de verbouwing van de schuur tot museum, is nog steeds
een Rijksmonument. We hebben er zorg voor gedragen het karakter van de
schuur te behouden en alles met authentieke materialen aan te pakken. Zo
liggen er nu 200 jaar oude estrikken op de vloer, zijn er echte, oude paneeldeuren
gebruikt, oude metselstenen, enzovoort.
Naar de kunst. Op jullie website stel je, Rob, dat de Realistische schilderkunst in feite niet bestaat.
Toch ligt duidelijk het hart bij dat niet bestaande, ook getuige deze prachtige Tiende Onafhankelijke Realisten Tentoonstelling. Hoe kunnen we dit interpreteren?
Waar het om gaat is de sprong van de werkelijkheid voor je neus, dan wel in je hoofd, naar die van het schilderij, ets of tekening. Nooit kom je ook maar in de buurt van je eigenlijke doel, maar de sprong, het schilderen, blijft steeds weer een avontuur. De landing, het schilderij, altijd verbazend genoeg om het nog eens te proberen.
Bestaat er eigenlijk een verschil tussen laten we zeggen het Noordelijk realisme en dat van elders?
Daar bestaan veel gedachten en meningen over. Ik meen dat de verschillen
wel meevallen. Als er toch sprake zou moeten zijn van een verschil, dan
lijkt me de Noordelijke schilderkunst in zijn alge-meenheid wat ingetogener,
wat nuchterder dan de Zuidelijke.
Hoe is het überhaupt met de beeldende kunst in het Noorden gesteld? Qua
kunstenaars en werk.
Houden we gelijke tred met de rest van het land – het westen, lopen we
achter of zelfs voor?
Qua kunstenaars en werk is er in het Noorden sprake van een behoorlijke
dichtheid. Op onze jaar-lijkse Onafhankelijke Realisten Tentoonstelling
blijkt telkens dat het merendeel van de kunstenaars woonachtig en werkzaam
zijn in de drie noordelijke provincies.
Om vast te stellen of we hier voor of achter lopen is er een duidelijker
omlijning nodig van het soort kunst waar het dan om gaat. De kunst zelf
is daartoe een veel te breed begrip. Voor wat de realistische en figuratieve
kunst betreft kan gezegd worden dat het Noorden zeker daarop een stempel
heeft achtergelaten, maar ook schilders rond en in Amsterdam hebben dat
bijvoorbeeld wel gedaan. Vooral zij, die zo rond de zeventiger jaren toen
dit soort kunst volstrekt taboe was, toch onverschrokken met hun kunst
zijn doorgegaan dan wel diegenen die er toen mee begonnen, zijn bepalend
geweest voor het gezicht van die kunst. Uiteindelijk zijn ze zelfs verantwoordelijk
voor de herwaardering die het realisme momenteel weer lijkt te mogen genieten.
In een tijd dat er wordt gesproken over zaken als globalisering, het een
worden van Europa, de euro et cetera, zien we dat er een soort tegenbeweging
aan het ontstaan is. De hang naar eigen identiteit wordt groter en sterker,
menen wij te constateren. Heeft het realisme, de huidige herwaardering
waarvan je spreekt, daar iets mee te maken? Een afspiegeling wellicht .....
In de kunst wordt, denk ik, altijd over de grenzen gekeken. Ik betwijfel
in die zin of er een duidelijke hang bestaat naar de eigen identiteit.
Wel is mij opgevallen, onder andere op de Europese Stil-levententoonstelling
Mimesis waar ikzelf aan meedeed, dat toch wel globaal is te zien uit welk
land de schilders komen. Misschien is tot op zekere hoogte de volksaard
medebepalend, maar wellicht ook het gebied of de streek waar men woont
en werkt.
Om tot slot nogmaals terug te komen op de verhuizing van het Westen naar
hier. Het blijft ons nog steeds bezighouden: Waarom opent een beeldend
kunstenaar, die zich met recht een arrivé mag noemen een eigen museum in
Appingedam, zo vragen wij ons daarbij af. En niet in een kant en klaar
iets stappen, maar een weg bezaaid met obstakels gaan. Daadwerkelijk zelf
helpen sjouwen, slepen, bouwen. De bureaucratie .....
Omdat deze plek, deze ambiance, dit totaal, voor alles wat ik vooral als kunstenaar ambieer, de beste voedingsbodem lijkt te bieden.
We zijn hier volkomen op onze plek en willen hier nooit meer weg. Ook niet
als zich elders nog weer een mooiere gelegenheid zou voordoen. Zo die al
bestaat. Op deze plek is alles, tuin, huis, museum, atelier, op onze maat
en onze wens geschoeid. Minder kon kennelijk niet - vandaar al die verhuizingen
- en meer hoeft niet want anders raakt de balans zoek. En dat is toch waar
een mens altijd naar op zoek is.
Naar het artikel: Museum Møhlmann Appingedam - Een foto-impressie |
|
Het is ten strengste verboden om de hier getoonde kunstwerken voor eigen
gebruik te copiëren/voor enig al dan niet commercieel doeleind zonder toestemming
te gebruiken.
Copyright berust bij de beeldend kunstenaar/bij Museum Møhlmann
© 2009 Trankiel
|
|
|
|