|
GRONINGER MUSEUM
PUUR OF GRILLIG |
Algemeen wordt hij in het Westen beschouwd als dé ontdekker van Azië. De
eerste niet-Aziaat die een lange reis naar China maakte en de oude wereld
daarover via verslagen informeerde. Marco Polo (1254-1324), Venetiaans
handelaar - ontdekkingsreiziger en ongetwijfeld één van de grootste mannen
die Europa tijdens de middeleeuwen heeft voortgebracht.
En het is deze tot de verbeelding sprekende man die in een Chinees reisverslag
uit 1296 voor het eerst melding maakt van porcella, een vernoeming naar een hem bekend weekdier met witte schaal.
Zie hier de oorsprong van keramiek dat wij kennen als porselein.
Ten tijde van Marco Polo's verblijf in China stond de daar gelegen stad
Jingdezhen reeds sinds eeuw-en bekend als het voornaamst productiecentrum
van porselein. Geen wonder, aangezien de hiervoor benodigde grondstoffen
– kaolien en petunse – er ruim voorradig waren. Deze werden vermalen en
gekneed en vervolgens met behulp van een draaischijf tot een object gevormd.
Waarna het met kobaltverf werd voorzien van een schildering en tenslotte
afgewerkt met een laag veldspaatglazuur.
Deze ware kunstwerken, hoewel in oorsprong nog zeer basaal, werden daarna gebakken op een temperatuur die wel tot 1.350 graden Celcius kon oplopen. Met die hoge baktemperatuur er voor zorgend dat het porselein zijn bekende hardheid verkreeg.
Vreemd genoeg misschien waren het niet de landgenoten van Marco Polo die
zich met de eerste Euro-pese handel op China bezighielden, maar de Portugezen.
Via hen kwamen de Hollandse kooplieden met het uiterst kostbare porselein
in aanraking en zij zagen er wel handel in. De VOC besloot dan ook om het zelf vanuit China en vanaf 1647 uit Japan te gaan
importeren.
Japan als leverancier aan de VOC houdt tevens in dat ook de in het Groninger
Lutjegast geboren Abel Janszoon Tasman ladingen porselein vanuit dat land naar Nederland heeft vervoerd.
Dat deze handel bijzonder lucratief was, mag blijken uit de volgende getallen: In totaal werd door de VOC 45 miljoen stuks, sommige bronnen spreken zelfs van 50 miljoen stuks porselein verkocht. Mede oorzaak van de grote vraag was de populariteit van koffie en thee, welke leidde tot het op grote schaal aanschaffen van thee- en koffieserviezen.
In Groningen heeft, als in andere delen van het land het geval was, eveneens van oudsher interesse bestaan voor oosterse keramiek. Zo ontving het oude Groninger Museum al snel na de opening in 1894 oosters porselein. Dit kwam als schenking dan wel als legaat uit bestaande verzamelingen en ook wel lokale inboedels.
Het was conservatrice Minke A. Visser – werkzaam van 1921 tot 1966 – die zich bij het vergroten en verdiepen van de verzameling zowel richtte op de keramiekproductie in China en Japan als op het naar Nederland geëxporteerde porselein.
Dit exportporselein uit de VOC periode is nu het belangrijkste en meest uitgebreide onderdeel van de collectie die circa 9.000 stukken telt, waaronder Chinees als wel Japans Imari -
en Japans Arita porselein, genoemd naar de porseleinstad Arita, gelegen
op het eiland Kyushu.
|
Keramiekmarkt in Arita, Japan - © Saga Prefecture / © JNTO |
Vanaf 4 april 2009 tot en met 11 april 2010 kan de liefhebber van oosterse keramiek zijn hart ophalen in het Stark paviljoen van het Groninger Museum.
Het museum zegt zelf over deze tentoonstelling die de titel Puur of Grillig – Vormen in Aziatische Keramiek mee heeft gekregen:
De vormen van de Chinese en Japanse keramiek die in de tiende tot en met de negentiende eeuw werden gemaakt voor de binnenlandse markt, zijn van oorsprong vrij basaal. Het repertoire beperkt zich tot de pot, kom, kan, schotel en vaas. Het lijkt erop dat de Chinese pottenbakkers destijds niet geïnteresseerd waren in het verzinnen van nieuwe of ongebruikelijke vormen met een specifieke functie. Het tegendeel is waar: ze varieerden juist eindeloos met de vormen die ze hadden en streefden naar perfectie, de zogenaamde pure vormen.
Toen de Chinese pottenbakkers voor niet-Chinese klanten en markten gingen werken, ontstond er juist vraag naar speciaal vervaardigde voorwerpen met een duidelijk omschreven functie, zoals de tulpenvaas. Een vrijwel eindeloze variëteit aan soms grillige en bizarre vormen werd ontwikkeld.
In de presentatie van tentoonstelling wordt gespeeld met de tegenstelling tussen deze pure en grillige vormen.
Als illustratie heeft het Groninger Museum gekozen voor een voorwerp uit
eigen collectie.
Enige aanvullende gegevens:
Stijl/decor:
Arita porselein
Materiaalbeschrijving:
Polychroom email in groen, geel,
zwart, goud, aubergine en rood,
gecombineerd met onderglazuur
-blauw
Afmetingen:
Hoogte 34 cm, diameter mondrand
8,2 cm, basis 11,5 x 11,7 cm
Beschrijving:
Koffiekan op drie pootjes elk in de
vorm van een Japans figuurtje.
Het stuk is gewelfd peervormig
met staand oor en een geribde
kraag als mondrand. De bodem
is als een zeshoekig vlak blok
gevormd met een opening voor
een kraantje.
In reliëf aangebrachte versiering:
Knoestige dennentakken, vliegende
kraanvogels en jonge vogels op een
nest.
De gewelfde deksel, met puntige
knop, is een 19e eeuwse samson
imitatie
|
Koffiekan
Porselein 1731-1750
Japan
Collectie Groninger Museum ©
|
ZIE OOK: Groninger Museum
© 2009 Trankiel
|
|
|
|