|
|
Dat is mien laand, mien Hogelaand
Ede Staal |
|
Organisator Peter Velthuis |
TOCHT OM DE NOORD IS VEEL MEER DAN EEN WANDELING
De vierde editie van het evenement was doorslaand succes |
Na proeven, zien en voelen heeft de organisatie van Tocht om de Noord dit jaar gekozen voor het thema horen. Door ieder jaar voor een ander thema te kiezen onderscheidt het wandelfestival zich reeds van die tochten waar het puur om het leveren van de prestatie gaat. Hier kiest de organisatie voor de combinatie: Leer al wandelend het verleden en heden van het Groninger land kennen.
Hoezeer historie een rol speelt in het geheel blijkt tevens uit de naam die men als organisatie de tocht heeft meegegeven en die refereert aan de pogingen van ontdekkingsreiziger Willem Barentsz die 'om de Noord' een nieuwe noordoostelijke vaarroute naar het Verre
Oosten poogde te ontdekken.
Dit jaar heeft men zich laten inspireren door de vele verhalen, sagen en legenden die het Groninger land kent. Op mooie locaties worden verhalen uit de historie vertelt. Dankzij de medewerking van theatergezelschappen, verhalenvertellers, dorpsomroepers en muzikanten keert de wandelaar als het ware terug naar vroegere tijden. Maar dat is niet het enige. Want tevens loopt de route ook nog eens door huizen, musea, kerken, borgen, boerderijen en molens.
Het gaat over trek-, kerk- en marenpaden. Men loopt door tuinen, over akkervelden en dijken.
Hoezeer deze unieke jaarlijkse wandeltocht aanspreekt, blijkt onder meer
uit de media aandacht. Zo schrijft journalist Annemarie Hommes in het Dagblad
van het Noorden een groot artikel: Groningen spreekt! Hommes: Wandelfestival Tocht om de Noord is er een voorbeeld van dat dingen soms
gewoon ontstaan. Grappig is dat dit gegeven tevens een ingrediënt is van
de vierde editie van de tocht. Wandelaars maken 26 en 27 september een
voetreis door de tijd en ervaren zo hoe Groningen is geworden tot wat het
nu is: een provincie om trots op te zijn.
En verder nog:
In Eenrum belandt de wandelaar in de oertijd van de wierde Eenrum. In Breede
ontmoet de wandelaar Olivier B. Bommel, op de plek waar de familie Toonder
opgroeide ...
De start van het eerste traject Zoutkamp-Warffum ( 36,5 kilometer ) vindt plaats in het zozeer aan de voormalige Lauwerszee verbonden eeuwenoude vissersdorp Soltcampum en gaat vervolgens langs Heiploeg, de grootste garnalenvisser van West-Europa.
|
Abrahams Mosterdmakerij
en de molen te Eenrum |
Daarna gaat het via Ulrum, Leens, Wehe-den-Hoorn, Mensingeweer, Eenrum waar men dwars door het Mosterdmuseum en de molen loopt, Saaxumhuizen, Den Andel en Breede naar Warffum met
het Openluchtmuseum Het Hoogeland.
Een route die we ook kennen uit het dagboek van de Leidse studenten Jacob
van Lennep en zijn vriend Dirk van Hogendorp:'Nederland in den goeden ouden
tijd'. Zij liepen het in het jaar 1823 en lieten hun lezers het volgende
weten:
Zondag 22 Juny.
(...) Bibberend van koude en druipnat kwamen wij aan de herberg aan de Zoltkamp aan. Deze plaats is dicht bebouwd en volkrijk; de inwooners bestaan er meest van den vischvangst. Men telt er 19 à 20 vischschuiten: aan den zeekant ligt eene ongebruikte batterij: de haven is goed, doch moeilijk te genaken en een gedeelte des daags geheel droog. Uit ons raam zagen wij een bruinvisch zwemmen, die wel 12 à 15 voet lengte had. (...)
Maandag 23 Juny.
Te half vijf waren wij reeds op marsch en wandelden over een kleiachtigen
grond, evenals in het Westerkwartier over Ulrum, een groot en bloeiend
dorp naar Leens, dat nog fraaier en volkrijker is, hebbende een kruiskerk
met een heerlijk orgel. Vandaar deden wij een uitstap naar de Zuurdijk
om de weduwe ROELOF EIGES, die daar eene schoone boerderij heeft, te bezoeken. (...)
Te half tien bracht de goede vrouw ons zelve op het voetpad naar Wehe en
wenschte ons goede reis. Onderweg echter verdwaalden wij nu en dan omdat
alle paden elkander gelijken en langs korenvelden loopen. Tusschen Wehe
en Leens zijn de befaamde hooge wierden, waar men zegt dat zich de Romeinen
onder VITELLIUS tegen den springvloed borgen. Over Saaksumhuizen kwamen
wij te Pieterburen, een aanzienlijk dorp, waar het fraai buitenverblijf
van den heer ALBERDA is: op dat goed overleed SONOY. Na wat gerust en gedut
te hebben, wandelden wij over den Andel langs een binnendijk tot Warfum
een groot welvarend dorp. (...)
De Tocht om de Noord volgt ook de kwelderwal, de historische kustlijn, van weleer.
In de kerstnacht van 1717 brak een hevige noordwesterstorm los die het kustgebied van Nederland, Duitsland en Scandinavië teisterde. Daarbij kwamen naar schatting 14.000 mensen om het leven. Het was de grootste vloed sinds bijna vier eeuwen en de laatste grote overstroming in Noord-Nederland.
Wat dat betekende voor onze eigen omgeving lezen we in het boek 'Rondom
de Delfzijlen', samengesteld door H. Geertsema, J.B. Bronsema en C. Roggenkamp:
De vreselijke Kerstvloed van 1717 was een der grootste die onze gewesten hebben geteisterd. Bij Spijk werd de oude dijk bijna geheel verwoest.
In Fivelingo hadden het meest te lijden de dorpen: 't Zandt, Godlinze,
Spijk, Bierum en Holwierde.
Van Uitwierde dreef een man met drie kinderen, een haas en een kat, op een stuk huis naar de moestuin in Scheemder Hamrik.
Het westelijke gedeelte van de wal te Delfzijl brak door en de vesting
werd met water gevuld. In veel huizen werden door het geweld grote openingen
gemaakt en de kommandant Alberda had het water ter hoogte van tien voeten
in zijn woning. De vesting liep gevaar er geheel door onder de voet te
geraken (...) (...) Men was zeer beducht voor het bezwijken van de grote Waterpoort, waarvan
reeds een deur zich begaf, terwijl de wal ter weerszijden geweldig afspoelde.
Alleen met grote moeite gelukte het haar te behouden. (...)
De tweede dag gaat het van Warffum naar Delfzijl ( 43,5 kilometer ).
De eerste plaats die men op de route aandoet is al een bijzonder interessante. In Rottum werd namelijk dichter Jan Boer, 'het zingend hart van Groningen', geboren.
Vanuit hier loopt men langs de oude kwelderwal van de Fivelboezem richting Kantens. Dan gaat het via Toornwerd, Middelstum, Huizinge naar
Westeremden: woonplaats van Henk Helmantel en de plaats waar eens de Fivel in de Eems vloeide. Westeremden was een
belangrijke Romeinse zeehaven met zelfs stedelijke rechten.
Door gaat het. Naar Loppersum, Eenum met de hoogste wierde van Groningen, Leermens, Arwerd, Krewerd, Marsum en Uitwierde. Via de zeedijk gaat het dan naar Delfzijl waar de finish
is getrokken bij de Evenementenhal.
Ruim 500 mensen hebben de gehele afstand – twee marathons in twee dagen – gelopen, de overige duizenden hebben zich beperkt tot het lopen van een gedeelte van het traject.
Organisator Peter Velthuis, zelf triatleet en marathonloper, is enthousiast. Via de pers laat hij weten dat het fantastisch was en dat er geen wanklank is gevallen. Hij noemt het een prachtige promotie voor Groningen en eindigt met de welgemeende woorden:
Dit evenement ademde Groningen uit. Je proefde, je zag en je hoorde Groningen.
Voor Trankiel meer dan genoeg reden om
hem aanvullend nog enige vragen te stellen. |
Wanneer, waar en bij wie ontstond het idee om een tocht als deze te organiseren?
Het idee ontstond in 2006 bij mij naar aanleiding van een oproep in Dagblad
van het Noorden om het Noordzeekustpad, waaronder het Wad en Wierdenpad,
meer te promoten.
Wat was daarbij de achterliggende gedachte?
Het laten ontdekken, zeg maar letterlijk en figuurlijk proeven, van de
bijzondere kanten van de provincie Groningen.
Wat maakt dit groots wandelspektakel zo geheel anders als andere grote
wandeltochten?
Het inspelen op de zintuigen in combinatie met wandelen door gebouwen heen. Het is een combinatie van Cultuur, Sport, Natuur en Beleving.
Wat maakt het Hoogeland tot een waar wandelgebied?
Het Hoogeland is bijzonder door zijn wierden, borgen, kerken, maren en
kerkenpaden. Maar eveneens wil ik in deze toch ook de schitterende vergezichten
noemen . Ja, men wandelt vaak door een landschap dat zich wel schier eindeloos
schijnt uit te strekken en geniet daarbij vol op van de hier nog altijd
heersende stilte |
|
Hoe verliep de eerste qua aantal deelnemers en hoeveel inschrijvingen telde
de tocht nu?
De eerste tocht had 500, de tweede 1000, de derde 2000 en nu ongeveer 3000 inschrijvingen. Tot dusver zijn de reacties heel erg enthousiast zowel vanuit de deelnemers als de provincie en dorpen.
Is er buitenlandse interesse of beperkt het zich in hoofdzaak toch nog wel tot het eigen land? Hoe liggen de verhoudingen?
Er komen ook wandelaars uit Duitsland, maar de meesten komen uit het Noorden.
Hoewel de Tocht om de Noord trekt uit alle provincies deelnemers.
Hoe groot is de organisatie wat mankracht betreft? Gegroeid?
De organisatie is uiteraard gegroeid. Op dit moment, met alle vrijwilligers
en dorpen erbij, moet je denken aan zo'n 400 betrokkenen.
Hoe is het vervoer geregeld?
De deelnemers worden met bussen naar de startplaatsen vervoerd.
En hoe zit het met overnachtingsmogelijkheden, geen probleem wat het huidige aanbod betreft?
Tot dusver kunnen we het nog aan met hotels, pensions, B&B en vele gastgezinnen.
Welke afstanden kan men lopen?
Men kan kiezen uit: 10, 15, 20, 25, 30, 35, 43 en 80 km, verspreid over één of twee dagen.
Wat valt er te zeggen over medewerking van dorpen, provincie et cetera? .
Alle dorpen en de provincie Groningen werken enthousiast mee om het tot
een waar Wandelfestival te maken.
Wat staat u als organisatie voor ogen? Uitgroeien tot laten we zeggen een Vierdaagse van Nijmegen?
Nee, we willen geen Nijmeegse 4-daagse. Wellicht langzaam, in 3 à 4 jaar,
uitgroeien tot een 5000 deelnemers. Je moet Groningen en de wandeling nog
op juiste wijze, rust en ruimte, kunnen beleven. Dus geen files!
De foto van Peter Velthuis en de vier van de tocht zelf, werden Trankiel
beschikbaar gesteld door de organisatie van Tocht om de Noord.
|
Tocht om de Noord 2010 |
|
© 2009 Trankiel
|
|
|
|