Trankiel Groningen - Japan 
Welkom  Terug in de tijd Japanners in Nederland Groningen en Japan Cultuurverschil Japan Groningen  
 ようこそ むかし へ オランダ の 日本人 フローニンゲン と 日本 文化のちがい 日本 フローニンゲン  




... Achter de dieken doar loop ik groag
En heur de stilte van de polder ...


              Uit: De Polder – Erwin de Vries

VEELBELOVENDE RACHEL DIERAERT

VINDT RUST EN INSPIRATIE IN VALOM

Na de ochtenduren gebruikt te hebben voor een uitermate plezierig en zeer waardevol bezoek aan het Boeddhistisch klooster Zen River te Uithuizen, gaat het per taxi de weidse Emmapolder in. Op weg naar het buurschap Valom, waar kunstenaars jaren geleden de voormalige polderschool uit 1886 verbouw-den tot woon- en atelierruimte. Tevens heeft de bekende beeldhouwer Eddy Roos er een eigen klein museum in gevestigd, waarin behalve van zijn sculpturen eveneens genoten kan worden van dansfilms. De dans die later als een rode draad nog door het gesprek zal lopen.

Het buurschap Valom ontstond na de aanleg van de Noorderdijk in 1827. Op dat moment nog onder de naam Uithuizerpolder. Volgens overlevering zou het echter door een storm zijn getroffen, tengevolge waarvan alle huizen omwaaiden. Sinds die vreselijke ramp zou bij het volk de huidige naam, Valom, in zwang zijn geraakt. Groninger humor...

Voormalig windkorenmolen
De Zwaluw

Pentekening:
J. Heuvelman - 24-01-1941

Bron: B.Poppen
Aan de Emmaweg, waaraan ook de voormalige polderschool is gelegen, stond tot aan de afbraak in 1950 eveneens windkorenmolen De Zwaluw uit 1886. Een waar pronkjuweel!
Ja, ook hier ter plaatse wordt nog maar eens weer de vergankelijkheid van alles in het leven overdui-delijk geïllustreerd. Boerderijen die niet meer als zodanig dienst doen, voormalige schoollokalen die nu als atelier en woonruimte in gebruik zijn...
Bij het verlaten van de taxi komen er prompt herinneringen boven. Eens, het moet begin zeventiger jaren zijn geweest, werd mij dit pand te koop aangeboden. Ontegenzeglijk is er vergeleken met toen nogal het een en ander aan veranderd, maar toch is er de onmiddellijke herkenning. Geeft het een fijn gevoel. Als bij het weerzien van een oude vriend.
Jullie komen voor het interview, concludeert de vrouw die op ons kloppen de achterdeur opent en zonder het antwoord verder af te wachten wijst ze naar de deur aan het einde van de smalle gang. Vanuit een van de ruimtes klinkt klassieke muziek. Opgezet door Eddy Roos die er aan een volgend sculptuur werkt.


Dan is er de ontmoeting met beeldend kunstenaar Rachel Dieraert. Geboren op 18 maart 1974 in Eind-hoven en in het jaar 2000 afgestudeerd aan Academie Minerva te Groningen. Tevens volgde zij ook nog eens gedurende vele jaren de door Matthijs Röling gegeven lessen in modeltekenen en schilderen.
Hetzelfde gaat eveneens op voor de lessen in tekenen en compositieleer die ze kreeg van Eddy Roos.
Rachel kan worden beschouwd als deel uitmakend van De Groep van de figuratieve abstractie ( 2007 ) en de vierde generatie van het Noordelijk Realisme. Zelf ziet ze de jong gestorven Wout Muller, evenals Matthijs Röling bekend van Fuji Art Association , als een van haar grote voorbeelden.
Als inspiratiebronnen noemt Rachel, die afwisselend in Amsterdam en Valom woont en werkt, de mens en het menselijk lichaam.

Het laatste blijkt ook duidelijk uit haar werk. Of het nu gaat om portret en model, gekleed en naakt, het is in hoofdzaak een ontmoeting met ... vrouwen!
Wat voor het gehele werk tot nu toe geldt is dat het opvalt door een goed kleurgevoel, waarbij zichtbaar de voorkeur uitgaat naar gedempt en ingetogen kleuren. Veel blauw, turkoois, roze en rood. Steeds in goede verhoudingen neergezet.
De veelal mooie composities stralen rust uit. Zelfs, zo blijkt bijvoorbeeld sterk uit haar tekeningen, wan-neer er daadwerkelijk sprake is van beweging.
Als achtergrond kiest Rachel in hoofdzaak voor het eenvoudige, waarbij dan eveneens weer die rust in het oog springt. Meestal heel strak, maar toch komen we ook natuur dan wel een losser vallend doek of kleed tegen. Bij het laatste valt onmiddellijk de goede stofuitdrukking op. Qua decoratie beperkt ze zich tot een waaier, een kussenrand.
Samenvattend kan gezegd worden dat het werk een goede weergave van sfeer – verstilling, poëzie en teerheid – en gemoedsstemming geeft. Neergezet met veelal een vrij forse penseelstreek.


Uit haar smaakvol ingericht atelier spreekt warmte, waardoor we ons al vrij snel op ons gemak voelen bij deze bijzonder levendige en aimabele jonge vrouw.
Bijna als een vanzelfsprekendheid komt meteen het Boeddhisme ter sprake. De religie waarmee het meisje uit het katholieke zuiden reeds jaren geleden in aanraking kwam en die haar sindsdien niet meer heeft losgelaten. Dan moet ze al wel eens bij Zen River binnen zijn geweest, opperen we. Rachel beaamt het, maar voegt er dadelijk aan toe dat het voor haar toch nog wel een behoorlijk eind fietsen is en dat ze er helaas ook niet altijd de tijd voor heeft. Maar ik ga vast nog wel eens hoor, lacht ze.
We praten nog een tijd door over dit boeiend onderwerp, waarbij ze aangeeft dat ze een diepe bewon-dering koestert voor de Dalai Lama en Tulku Lama Lobsang toch wel als een van haar grote voorbeel-den beschouwt.


Naar wij lazen leerde je in Sri Lanka veel over het Boeddhisme daar. Kun je ons iets meer vertellen over de tijd waarin je er, samen met andere kunstenaars, muurschilderingen maakte in de Kataluwa tempel?

We waren er twee keer en in totaliteit hebben we voor het Kathaluwa tempelproject toch wel een zeven-tal maanden op het mooie eiland Sri Lanka gezeten. Met wij bedoel ik dan, Eddy Roos, Noella Roos, Dominic Kanapathy, Champi Kulapathi en ikzelf. Vanuit ons eigen vakgebied gezien, was de verf die er van oudsher voor deze muurschilderingen is gebruikt zeker een van de vele interessante dingen waar-mee we in aanraking kwamen. Gemaakt vanuit puur natuurlijke grondstoffen, als bladeren bijvoor-beeld, waar dorona tel ( een was ) aan toe wordt gevoegd. Oliehoudend dus. Iets dat bij ons wordt gezien als zijnde niet goed , maar daar reeds eeuwenlang voor schilderingen als deze wordt gebruikt. En weet je, die vertonen geen verval.

Bijzonder was ook de samenwerking met de lokale bevolking. 's Ochtends tekenden wij hen en het resul-taat werd dan in de middag op de muur geschilderd. Dat waren echt allerlei verschillende mensen, maar ik wil in deze graag speciaal de Sri Lankaanse dansers – Kandyan dans en Low Country dans – en de muzikanten noemen. Dagelijks kwamen er meestal wel een vijftal dansers plus een aantal drummers die ook nog eens dansten terwijl zij drumden. Heel bijzonder, moet ik zeggen.
Eveneens konden we, naast de kunstenaars waarmee we reeds intensief samenwerkten, overleggen met Sri Lankaanse kunstenaars als Mister S.P. Charles, de Parel van Sri Lanka. Deze hoogbejaarde man, hij was reeds in de negentig, gaf toen nog altijd les op de academie in Colombo en was bevriend geweest met Pablo Picasso.
Of met Cyril Kulapathi, een bekend Sri Lankaans kunstenaar en architect, die onder meer stupa's bouwt. Hij komt uit een familie die reeds generaties lang kunstenaars voortbrengt, waarbij de kennis van generatie op generatie is doorgegeven.
Het was zeker een bijzonder voorrecht om deze groten in de Sri Lankaanse kunst te mogen leren ken-nen.

Wat de tempel zelf betreft. Nu, die stond op een heuvel aan en meer. Een werkelijk prachtige omgeving in de nabijheid van de zee. Vooral de weelderige natuur was indrukwekkend. De vele schakeringen groen, de veel verschillende ritmes en structuren van de bladeren. Trouwens Sri Lanka is qua natuur sowieso een heel rijk land. Vruchtbaar ook. Mensen hebben er avocado- en mangobomen in de tuin. Bij de tempel stonden ook veel kokospalmen. En dus dronken we vaak van de melk of aten het vruchtvlees van de kokosnoten die heel behendig voor ons uit de boom werden gehaald.

De hoofdmonnik, Mister Kalyanitissa Nayake Maho Tero, hij mocht zelf na twaalven niet meer eten, serveerde 's middags onze lunch. Dit was iedere dag weer een bijzondere ervaring, moet ik zeggen. Van onze kant ging de conversatie met hem hoofdzakelijk over het werk, dingen waar we die dag tegenaan waren gelopen. Hijzelf vertelde ons vaak verhalen vanuit het Boeddhisme, waarvan je later dan opeens begreep dat hij het eigenlijk over jou had gehad. Zonder dat hij het als zodanig benoemde, had hij wel degelijk iets verteld dat sloeg op iets waar jij persoonlijk mee worstelde. Maar dan veel ruimer bena-derd. Een wonderlijke, maar tevens zeer kostbare ervaring.

Door het toch vrij intensieve werken kregen wij een waardevol contact met de bevolking. Laat ik zeg-gen, anders als wat je normaal gesproken als toerist ervaart. Zo kwamen we met de devil dance ceremo-ny in aanraking. Gedaan voor een ziek persoon die maar niet hersteld. Iets dat volgens hen wordt ver-oorzaakt door niet zichtbare handen die derhalve verjaagd dienen te worden. De zogenaamde thovil ceremonie, uitgevoerd door een speciale groep dansers die daarbij maskers dragen of zich bijvoorbeeld verkleden als beer. De hele avond en nacht wordt er dan gedanst. Een dans waarin allerlei rituelen zijn verwerkt.

Een hele belevenis Rachel. Was je altijd al zo avontuurlijk ingesteld?

Lachend geeft ze als antwoord dat het avontuurlijke aan haar heus meevalt.

Hoe was je dan als kind?

Een kind dat zich betrokken voelde bij de wereld. Een gevoel dat reeds een tweetal jaren daar was, voor-dat ik op 12-jarige leeftijd naar de Vrije School Bovenbouw in Groningen ging. Werkte veel met etni-sche minderheden en had ook toen al een grote interesse in de Aziatische wereld. Wonderlijk genoeg meer dan in Afrika. Dat laatste noem ik, omdat mijn vader daar een deel van zijn leven heeft doorge-bracht en ik er begrijpelijk dus veel over hoorde.
Het was op deze school dat ik de liefde voor kunst meekreeg. Later, in mijn examenjaar voor het VWO, verdiende ik een extra centje bij als tekenaars- en beeldhouwers model en het was toen dat het mij geheel duidelijk werd. Dit is wat ik wil: Schilderen! Het werd dan ook de kunstacademie in plaats van de uni.


Niet van thuis uit meegekregen dus ...

Nou nee, niet bepaald. Hoewel mijn moeder wel zeer van dans en muziek houdt ...

Daar hou je zelf ook van ...

Ja, vooral van wereldmuziek. Mongools bijvoorbeeld. Maar daarnaast ook van allerlei andere genres, van klassiek tot modern. Ligt ook mede aan de stemming waarin ik verkeer. En ja, ik dans graag.
Kennen jullie de butoh dans? Heb daar zelf goede herinneringen aan.

Je danst graag zelf en schildert ook dansers. Werk je met foto's?

Nee, direct schetsen op papier. Zoals we eveneens deden tijdens het vereeuwigen van de dansers in Sri Lanka.
Maar nog even terugkomend op de vorige vraag. Ik hou ook ontzettend veel van het werk van danser, choreograaf Akram Khan. Hij is een ware meester in kathak, een van de zeven klassieke dansvormen uit Noord India. Trouwens kathak is afgeleid van kathakar, verhalenverteller. De dans en de muziek vertellen dus samen een verhaal.
De choreografie van deze dans spreekt mij in het bijzonder aan. Akram Khan heeft hiermee feitelijk een geheel eigen danstaal ontwikkeld. Het is een fusie van moderne stijl en kathak met naar ik meen ook nog breakdance invloeden. Moeten jullie echt eens zelf gaan zien. Het is geweldig!


Komen we toch weer terecht in Azië. Weer bij het Boeddhisme ... Vanwaar toch die fascinatie, Rachel.

Ooit zag ik een documentaire en was verkocht voor het leven. Weet je, Boeddha is heel menselijk. Oor-deelt niet. Dat is wat mij het meeste aanspreekt. Het staat ook veel dichter bij de natuur. Sla er de boeken van Janwillem van de Wetering op na en je zult begrijpen wat ik bedoel.

Laten we dan maar nog even in Azië blijven. Is de Japanse kunst een inspiratie voor je?

Zeer zeker is het dat. Mijn liefde gaat vooral uit naar de houtsnede. Daarin zijn bepaalde elementen aanwezig die mij inspireren of waarbij ik soms raakvlakken voel.
Bijzonder aan de Japanse kunst en met name de ukiyo-e is voor mij de compositie, de vlakverdeling, het abstracte en het vereenvoudigde, het eigen perspectief, de kleurvlakken, de visueel esthetische waar-den, de beweging, het gebruik van geometrische elementen en van diagonalen.

Kun je een naam noemen?

Ja, bijvoorbeeld bij Hokusai kun je zien hoe zijn perfectheid van compositie gegroeid is. In de eerste plaats door lange studie en het analyseren van vorm. En ten tweede door het gebruik van lijn, cirkel, triangel en vierkant om gebalanceerde en monumentale beelden te creëren. De resulterende impressie is er een van massief gewicht en kracht. Dit is goed te zien in South wind, clear dawn ook wel Red Fuji genoemd.


Red Fuji


Hokusai c. 1831 - Deel uitmakend van de wereldberoemde serie
36 Gezichten


Collectie: Rijksmuseum Amsterdam

Dit spreekt mij aan omdat ik zelf in mijn eigen werk altijd sterk naar monumentale waarden zoek en dit probeer te bereiken door gebruik te maken van geometrische vormen en lijnen die elkaar opvangen.
Een ander belangrijk element waar ik mee werk is de Gulden Snede maatverhouding. Interessant is dat er in de Japanse kunst ook gebruik wordt gemaakt van een bepaalde maatverhouding. Deze lijkt bij nader onderzoek een soort omgekeerde Gulden Snede te zijn.
Zoals ik hiervoor reeds opmerkte bewonder ik de vereenvoudiging die hoewel geen letterlijke weergave toch gerelateerd is aan een organisch gevoel als ook aan esthetische waarde. En bovenal de kleurvlak-ken. Tevens, ik benadruk het nogmaals, is het uitermate interessant dat er veel gebruik wordt gemaakt van de diagonaal of een vloeiende lijn. Dus in plaats van voor een statisch gegeven te kiezen voor bewe-ging.
In de yamato-e wordt door Japanse schilders veel gebruik gemaakt van afsnijdingen, close-ups en weg-sterven. Ook heel mooi!

Wat is er van terug te vinden in je eigen werk?

Zelf werk ik figuratief, maar zonder realisme of puur registratie als uitgangspunt te hebben. Ik ga eer-der uit van een organisch gegeven.
Eigenlijk probeer ik een soort vereenvoudiging van de vorm te herkennen, waarbij ik streef naar monu-mentaliteit. Dit probeer ik te bereiken door het herkennen en toevoegen van abstractie in de figuratie, als ook door het gebruikmaken van de Gulden Snede en geometrische elementen en tenslotte door ge-bruik te maken van kleurvlakken.
Dit zijn allemaal elementen die, zoals gezegd, door mij in de Japanse houtsnedekunst worden herkend en gewaardeerd. Laat ik het anders zeggen: Het is een kunstvorm waarin ik de verfijning en meester-schap bewonder waarmee deze kunstenaars dit als geen ander hebben weten te bereiken.
Nog een noemenswaardig punt is de weergave van schoonheid in Japanse prenten. Een kwaliteit die ik belangrijk vind. Juist in deze tijd waarin veel confrontatiekunst wordt gemaakt en waarbij zowel esthe-tiek en vakmanschap niet langer als waardevol wordt gezien. In tegenstelling tot die huidige tendens vind ik het juist wél belangrijk om juist schoonheid de wereld in te brengen. In plaats van confrontatie, kilte of vervreemding.
En tenslotte, zou ik het bijna vergeten, is het zo dat ik van kind af aan haikus vaak prachtig vind en ook nog eens hou van de films van Akira Kurosawa.

Vanuit dit alles is mijn liefde voor compositorisch werk ontstaan. Figuratief versterkt door het abstract.

En wat zegt het leven hier in deze Groninger polder, je?

Dat is gewoon puur genieten en heel inspirerend. Ik loop graag eens naar de dijk om te genieten van het Wad en daarbij bekruipt me dan altijd weer het gevoel alsof ik hier aan het einde van de wereld sta.
Om nog maar te zwijgen van die gigantische weidsheid en rust in de polder. Je leeft hier feitelijk met de lucht. Is dat niet heerlijk ... geen voorrecht ...?



Zie ook: Rachel Dieraert

  Drents Museum presenteert Verstilde Beweging - Eddy Roos


Foto's van haar schilderijen aan Trankiel
beschikbaar gesteld door Rachel Dieraert ©







© 2009 Trankiel